- Hits: 144
De Middeleeuwen - De Merovingers
Clovis I (466 - 511)
|
De Merovingische dynastie is genoemd naar Meroveus, de grootvader van Clovis I. Klik hier voor de lijst met koningen van de Merovingers. In tegenstelling tot vele andere Germaanse volkeren, hielden de Franken krampachtig vast aan hun aloude opvatting over 'de staat': zij zagen de veroverde landen als privaat en erfelijk bezit van de koning, dat bij diens dood werd verdeeld onder de zonen. Daardoor leken de koningen hun belangrijkste taak te zien in het bestrijden van elkaar. De geschiedenis van de Merovingers werd aldus een opeenvolging van bloedvergieten en andere schandelijke daden. |
Clovis, roi des Francs, portrait imaginé par le médailler Jean Dassier (1676-1763)
|
Clovis droeg de Latijns-Germaanse naam Chlodowich of Chlodovechus wat "beroemd door zijn veldslagen" betekent. Waarschijnlijk werd hij met Louis aangesproken, omdat dit de correcte vertaling is van zijn naam in het Frans. De naam Clovis is hem pas in de tiende eeuw gegeven. De naam Louis blijft gedurende meer dan duizend jaar een koninklijke naam vanaf de zoon van Karel de Grote (Louis de Débonnaire in 814 tot de laatste Franse koning Louis Philippe in 1848). |
Het arianisme is een stroming binnen het Christendom die werd genoemd naar haar stichter Arius (256-336), presbyter van Alexandrië. In het arianisme wordt het dogma van de drie eenheid niet geaccepteerd. Jezus en de heilige Geest worden beiden gezien als scheppingen van God de Vader, en Jezus is ondergeschikt aan God, en de Heilige Geest aan beiden. |
Bij de dood van zijn vader Childéric (diens tombe werd bij toeval in 1653 door een metselaar gevonden) erft Clovis, koning der Franken, op vijftienjarige leeftijd in 481, een bescheiden grondgebied in België.
Die leeftijd is niet ongewoon. Jongens werden op veertienjarige leeftijd geacht volwassen te zijn en de gemiddelde levensverwachting voor mannen bedroeg slechts 27 jaar (die van vrouwen 22). Zijn vriendschap met de Bisschop van Reims, Remigius (Saint Remy in het Frans) maakte hem acceptabel in de ogen van de Gallo-Romeinen, en hij breidt zijn grondgebied uit ten koste van andere Frankische stammen, de Alamannen en de Visigoten (Westgoten).
Hij trouwt, waarschijnlijk voor zijn grote veroveringen, met een Thuringse prinses
Over zijn eerste zoon, Thierry, uit dat huwelijk wordt nauwelijks gesproken., want zijn kroniekschrijver, Grégoire de Tours, ziet hem als een bastaard.
Clovis onderhoudt zeer goede banden met Remigius, bisschop van Reims. Deze beweegt hem om alle inwoners van zijn rijk, Franken en Gallo-Romeinen, als gelijken te beschouwen. Vlak voor zijn troonsbestijging geeft Clovis aan beide volkeren dezelfde rechten.
De goede verhouding tussen de bisschop en de koning is voor beiden profeitelijk. De Bisschop krijgt bescherming en hulp bij de bestrijding van het Arianisme.
Deze verhouding maakt Clovis aanvaardbaar voor de Gallo-Romeinen, vooral voor de notabelen.
De Frankische stam van Clovis bestond slechts uit 200.000 man en stond in geen verhouding tot de totale bevolking van Frankrijk die uit 8.000.000.mensen bestond. Hij had, voor de uitvoering van zijn plannen, behoefte aan steun.
In 484 gaat hij een alliantie aan met de Frankische koning Rhenan. Daarna gaat hij een conflict aan met Syagrius.
Bij het einde van het West Romeinse rijk is Syagrius, een Gallo-Romeinse generaal het laatste restant van een verdwijnend rijk. Hij erf zijn koninkrijk met als hoofdstad Soissons, van zijn vader Aegidius. Hij onderhoudt goede banden met de vader van Clovis I. Clovis I is echter niet geporteerd van de banden die hij onderhoudt met de West Goten en neemt zijn koninkrijk in 486 in na de veldslag bij Soissons. Syagrius vlucht naar Toulouse naar zijn vriend Alaric II, maar wordt door deze uitgeleverd aan Clovis. Hij wordt onthoofd.
Uit deze tijd stamt het verhaal over de kelk van Soissons. Het gaat hier om een liturgische kelk die uit Reims afkomstig is en die door Clovis als oorlogsbuit wordt meegenomen. Remigius, bisschop van Reims eist de kelk terug. Clovis wil zijn goede banden met de kerk behouden en besluit hem terug te geven. Maar bij de verdeling van de oorlogsbuit was de kelk was al weggeven. Hij eist Bij een wapeninspectie blijken de wapens van die soldaat slecht onderhouden en Clovis werpt ze op de grond. Als de soldaat ze wil oprapen slaat Clovis hem met zijn zwaard de schedel in roepend "dat heb je ook met de kelk van Soissons gedaan." Hij steeg daardoor in aanzien want in die tijd was het gezag van de koningen gebaseerd op bruut machtsvertoon. |
Hij neemt ook Parijs in. De heilige Geneviève onderwerpt zich aan zijn autoriteit. Deze heilige werd in Parijs als een held vereerd, omdat hij het was die de Parijzenaars overhaalde de stad niet te verlaten tijdens de belegering door de Hunnen in 451.
In 491 onderwerpt hij een gedeelte van het Thuringse rijk. Deze campagne, waarbij hij ook twee verwante koninkrijkjes van Ragnacaire en Chararic onderwerpt (deze hadden hem niet voldoende gesteund tijdens de slag om Soissons), levert hem de macht over het hele noord oosten van Frankrijk op.
Daarna kan hij optrekken tegen de Alamannen en de Westgoten.
Toch blijft zijn koninkrijk klein vergeleken bij dat van de Bourgondiërs, de Westgoten en de Oostgoten
De Oostgoten, die tot dan toe zijn gebleven in het Oost Romeinse rijk, trekken Italië binnen met 100.000 man waarvan 20.000 soldaten, met de zegen van Zénon, keizer van het Oost Romeinse rijk. De Oostgotische koning, Théodorius de Grote, zet Odiacre af. Deze had de laatste West Romeinse keizer in 476 afgezet en heel Italië veroverd. Odoacre tekent zijn overgave en troonsafstand in 493 maar wordt door Théodorius tijdens een banket om het leven gebracht. Er breekt dan een veertigjarige periode van voorspoed aan in Italië onder Oostgotische overheersing.
Théodorius was een goed strateeg en wist door familierelaties zijn prestige en invloed in het westen te vergroten. Hij was een zwager van Clovis 1, een zwager van de koning van de Vandalen die Sicilië en Noord Afrika bezetten, en schoonvader van koning Alararic II van de Westgoten en van de kroonprins van de Bourgondiërs.
De Oostgoten vormden aldus een bedreiging voor Clovis I, die in zijn beperkte grondgebied was ingesloten. Clovis I had maar een klein koninkje vergeleken bij Gondeboud koning van Bourgondië, Théodorius de Grote koning der Oostgoten en Alaric II koning van de Westgoten. Hij was ook de enige heiden tussen de vier koningen.
Clovis bekeert zich tot het katholicisme.
De katholieke kerk onder leiding van Regimius, had een zwaard nodig om het Arianisme te bestrijden. Regimius had er dus alle belang bij Clovis I te bekeren. daarom beweegt hij Clovis er toe met Clothilde te trouwen, die een nicht was van de Bourgondische koning Gondebaud.
Gondebaud accepteerde deze verbintenis omdat hij belang dacht te hebben bij een welwillende bondgenoot. De bruiloft vindt plaats in 493 in Soissons. Vanaf dat moment probeert Clothilde haar man te bekeren, maar deze staat daar aanvankelijk bedenkelijk tegenover. Hij geloofde niet in een god die hun eerste zoon had laten overlijden en bovendien zou hij bij de Franken zijn goddelijke status verliezen.
Clovis I verandert (zo verhalen de legendes) van mening bij de slag om Tolbiac (bij Keulen). Clovis wordt in het nauw gebracht bij het gevecht tegen de Alamannen. Hij zweert dat hij katholiek zal worden als god hem helpt de slag te winnen. De koning van de Alamannen wordt door een pijl getroffen en sterft. Dat is voor de Alamannen een teken dat hun god zich tegen hen keert. Daarna krijgen de Franken de overhand en winnen de slag.
Dit bovenstaande verhaal over de slag bij Tolbiac is niet echt historisch onderbouwd. Het feit is pas duizend jaar later door een schrijver als zodanig opgetekend. In feite waren er meerdere veldslagen tussen Clovis I en de Alamannen. Ook twee geschiedschrijvers uit de tijd van Clovis I(Avit en Nizier) die veel te boek hebben gesteld, vermelden niets over de slag. De reden van de bekering van Clovis I zou wel eens meer op strategische dan op godsdienstige gronden kunnen berusten. |
Uiteindelijk laat Clovis I zich, na rijp beraad en voortdurend aandringen door Clothilde, dopen. De datum van de doop staat niet vast; de 25e december 496 of 498. Bij de doop moest hij de kettingen die hij omhad, en die getuigden van zijn heidense afkomst, afdoen. Tegelijkertijd met hem werden 3000 soldaten uit zijn leger gedoopt.
De meeste gegevens over die tijd zijn afkomstig uit het boek "De geschiedenis der Franken" dat werd geschreven door Gregorius van Tours, die een halve eeuw later leefde. Hij werd geboren in 538 en werd in 573 bisschop van Tours. Het hiervoor genoemde boek schreef hij tussen 576 en 591, vijftig jaar na de dood van Clovis I. Dit boek, dat de belangrijkste historische bron is voor deze periode, vermeldt geen precieze datum van de doop. De dag, 25 december schijnt redelijk vast te staaan, maar het jaar niet. |
In deze tijd, tijdens het leven van Regimius, onstaat de legende van het heilige kruikje. Tijdens de doop van Clovis I, was de diaken die de heilige zalfolie moest meebrengen, te laat. Maar een duif daalt neer uit de hemel met in zijn bek een kruikje met zalfolie.Daarmee wordt Clovis I gezalfd. In de tombe van Regimius werd later een kruikje aangetroffen dat met een geparfumeerde zalf was gevuld. Dit kruikje werd opgenomen in een relekwiehouder in de vorm van een duif. Deze werd in 1793 vernietigd en enkele stukken ervan zijn in een nieuwe relekwiehouder opgenomendie Karel X in 1820 liet vervaardigen. Sindsdien werden alle Franse koningen in Reims ingewijd. |
Gevolgen van de doop van Clovis I
Deze doop heeft grote gevolgen:
- Er wordt een eerste coherente politieke eenheid op Franse bodem gevestigd. De Oostelijke keizer Anastasis kiest partij voor Clovis I. Hij ontvangt consulaire insignes van de machtigste Oostelijke vorst.
- Er ontstaat een definitieve breuk tussen de Franken en de West Goten. Alaric kan zich niet neerleggen bij de erkenning van Clovis I
- Clovis I wordt nu erkend door de Gallo Romeinen; vooral door de opper klasse van senatoren.
- De oorsprong van het koninklijk gezag wordt gewijzigd. Clovis I mag na zijn doop uit naam van god regeren.
Hoewel de godsdienstige overtuiging van Clovis niet geheel buiten beschouwing mag worden gelaten, staat het vast dat zijn bekering en doop niet enkel op godsdienstige motieven waren gegrondvest. Politieke overwegingen hebben zeker een grote rol gespeeld. Na de doop van Clovis I is er een 13 eeuwen durende verbindtenis tussen de troon (de koning) en het altaar (de kerk).
Verdere veroveringen
Gesteund door de katholieke kerk kan Clovis I zijn rijk verder uitbreiden. Parijs wordt zijn hoofdstad.
De Westgoten beheersen in het begin van de zesde eeuw een groot gebied. Hun koning Alaric II regeert over Spanje tot aan de Loire en van de Atlantische oceaan tot aan de Middellandse zee. Alaric wil zijn gebied graag uitbreiden naar het Frankische rijk. Onderhandelingen tussen Clovis en Alaric lopen op niets uit . Een conflict is onvermijdelijk.
Clovis I sluit een geheim verdrag met Anastasius, de keizer van het Oost Romeinse rijk. Anastasius zal de Oostgoten in Italië aanvallen, zodat Clovis zijn handen vrij heeft voor de strijd tegen de Westgoten. Omdat de Oostgoten hun handen vol hebben aan de strijd tegen Anastasius kunnen zij hun stambroeders, de Westgoten niet te hulp schieten.
In het voorjaar van 507 steekt het Frankische leger, onder bevel van Clovis I vergezeld van zijn oudste zoon Thierry, de Loire over. De Westgoten trekken hen tegemoet en het komt tot een treffen op de vlakte van Vouillé bij Poitiers. Er ontstaat een verschrikkelijk lijf aan lijf gevecht, waarbij Alaric door Clovis persoonlijk wordt gedood. Die daad demoraliseert de troepen van de Westgoten en zij worden op een verschrikkelijke wijze afgeslacht.
Deze overwinning opent de weg naar de Midi: Clovis verovert Toulouse, de oude hoofdstad van de Westgoten, Narbonne, L’aquitaine, de Languedoc en de Limousin.
De zoon van Alaric vlucht met het restant van het leger naar Spanje. In 711 worden de Westgoten definitief van de kaart geveegd door de Moren. |
Clovis heerst nu over bijna het hele oud Gallo-Romeinse rijk. Bourgondië blijft een zelfstandig koninkrijk. De Provence blijft in handen van de Westgoten die in 509 Narbonne, Orange en Avignon heroveren.
De staatkundige verhoudingen na de veldslag op de vlakte van Vouillé in 507
Clovis besluit in 508, Parijs als hoofdstad te nemen, na Doornik en Soissons. De oude naam van Parijs, Lutèce, was honderd jaar daarvoor al gewijzigd in Parijs. In Parijs is ook nu nog een straat naar zijn echtgenote Clothilde vernoemd. Parijs blijft hoofdstad tot en met de regering van Dagobert.
Clovis laat minstens 12 stamhoofden en familieleden vermoorden uit angst dat zij zijn rechten op de troon zouden betwisten.
Clovis laat ook de wetgeving herschrijven. Tussen 508 en 510 onstaat er een nieuwe wet (de Salische wet genaamd) die is gebaseerd op de wetten van de westgoot Alaric en oude Germaanse wetten
De voornaamste regels hieruit zijn:
- De gelijkheid van alle volkeren
- De vrijheid om te trouwen
- Hij probeert de oude gewoonte van weerwraak te onderdrukken door er financiële schadevergoeding voor in de plaats te stellen. (In geval van beschadiging van persoonlijke eigendommen of bij moord of verwonding van een familielid)
- Het erfrecht aangaande grondgebied. Grondgebied kan alleen op mannen overgaan. Vrouwen kunnen andere goederen erven maar geen grond.
De Salische wetgeving is de eerste herschrijving van de wet in Frankrijk. Hoewel de Napoleontische wetgeving er slechts sporen van bevat is deze er voor een deel wel op gegrondvest.
Clovis ontvangt in 510 de insignes van honorair consul te Rome van keizer Anastasius en wordt zo door de kerk gezien als de wettige opvolger van de West Romeinse keizers.
De koningen van de Franken bezaten een absolute macht. Al het land was in privaat en erfelijk bezit. Land moest veroverd worden. Lang haar was een symbool van hun macht. Ze waren ongeletterd en konden lezen noch schrijven De volksvergaderingen, die voordien bij de Franken gewoon waren, bleven bestaan, maar deelname werd, in verband met de grootte van de bevolking, beperkt tot de aristocratie. Ze werden meestal in het voorjaar gehouden. Het leger werd dan samengeroepen op het "marsveld" en de wil des konings werd dan medegedeeld. De koningen hadden geen vaste verblijfplaats maar trokken met hun gevolg van villa naar villa. De majordomus (hofmeier) was een soort eerste minister en stuurde de hofhouding aan. Deze hofhouding bestond uit o.a. de seneschalk (de oudste knecht), een stalknecht, een schatbewaarder en een schenker. De vorst liet zich verder omringen door een lijfwacht en enkele geestelijken, die de eredienst aan het hof regelden. Samen met de paltsgraaf zat hij ook zijn mobiele rechtbank voor. Het rijk was verdeeld in graafschappen. De graven werden meestal benoemd uit leden van het paleis die grond in vruchtgebruik kregen. Later werden de graafschappen ook toebedeeld aan plaatselijk grootgrondbezitters. Ze werden nauwelijks gecontroleerd zodat ze vrij waren te doen wat ze wilden. Dat ontaardde nog al eens in grove wreedheden. Bij de verzwakking van de koningen onstonden er ook hertogdommen, die onder leiding stonden van legerleiders of "duces". |
Clovis I sterft in 511.
De Verdeling van het Koninkrijk
Na de dood van Clovis 1 wordt het koninkrijk onder zijn vier zonen verdeeld.
- Thierry erft de streek van Metz,
- Clodomir verwerft het bezit van Orléans,
- Childebert regeert te Parijs,
- Clotaire erft Soissons.
De Aquitaine werd onder de vier broers verdeeld. Ondanks de overwinning op de vlakte van Vouillé krijgen de Franken er niet echt voet aan de grond. De Westgoten hebben een hekel aan de Franken. Daarom delen zij met hun vieren deze verantwoordelijkheid.
Het koninkrijk Bourgondië is ernstig verzwakt door de oorlogen tegen de Oost- en Westgoten. Om de macht van zijn zoon Sigismond te vergroten, ziet koning Gondebaud voor zijn dood af van de verdeling van het koninkrijk tussen zijn erfgenamen. Sigismond wordt na het overlijden van Gondebaud in 516 baas van Bourgondië.
De zonen van Clovis 1 maken misbruik van het verblijf van Sigismond in een klooster om in 522 Bourgondië binen te vallen. (Sigismond heeft zich hier teruggetrokken uit berouw voor het wurgen van zijn zoon) De koning wordt gevangengenomen en met zijn familie in een put gegooid. De broer van Sigismond, Godomar, laat zich vervolgens tot koning uitroepen en brengt een sterk leger bijeen waarmee hij in 524 de Franken bij Vienne verslaat.
Chlodomir wordt tijdens de slag gedood en Childebert en Clotaire, zijn broers, profiteren er van om zijn twee kinderen van 7 en 11 jaar oud te vermoorden. Dat voorkomt een verdere verdeling van het koninkrijk.
Een derde zoon, Clodobald, ontsnapt aan de moordpartij dankzij zijn bedienden. hij verbergt zich in een klooster te Saint-Cloude.
Pas in 534 slagen de Franken erin het Bourgondische leger te verslaan. Bourgondië wordt dan in het Merovingische koninkrijk opgenomen.
De Provence werd sinds 509 door de Westgoten bezet. na de dood van Theodorius de Grote heeft de nieuwe Oostgotische koning het danig te stellen met de aanvallen van de Oost Romeinse keizer, die de controle over Italië wil heroveren. Om de handen vrij te krijgen voor deze aanvallen staat hij de Provence in 537, zonder slag of stoot, af aan de Merovingers.
In het oude Frankrijk blijft enkel Septimanië in handen van de Westgoten. De Franken proberen het gebied in 542 in handen te krijgen. Ze trekken te Pyreneeën over maar worden bij Saragossa verslagen en moeten zich terugtrekken.
Na de dood van Clodomir en de uitroeiing van zijn erfgenamen wordt het nieuwe koninkrijk als volgt onder de drie overblijvende broers verdeeld.
- Austrasie; het oosten van Frankrijk (Thierry)
- Neustrië; Het Noordwesten van Frankrijk
- Bourgondië, dat later Bourgogne gaat heten
Aquitaine en de Provence worden onder de drie koningen verdeeld.
Het tijdperk onder de Merovingische dynastie wordt, in tegenstelling tot de Romeinse periode,gekenmerkt door ontstedelijking. De bevolking van de steden loopt sterk terug. Ook de diverse pestepidemieën dragen hieraan bij. De steden zijn nog wel nodig als politieke en kerkelijke machtscentra, maar ze verliezen veel van hun uitstraling en aantrekkingskracht. Het platteland wordt ontgonnen. De Kerk wordt steeds belangrijker. Het stadsleven ontwikkeld zich via de kerkelijke kalender onder leiding van de bisschoppen. Er worden talrijke parochies gesticht op het platteland, maar ook veel heren bouwen kerken of kapellen bij hun kasteel. Ook ontstaan er talrijke kloosters. De kerstening draagt bij aan de samensmelting van de diverse culturen in Frankrijk.Doordat het latijn gehandhaafd wordt als kerkelijke taal blijft veel van de klassieke beschaving bewaard. Vanaf de zevende eeuw komt de verluchtingskunst op, waarbij handschriften fraai worden opgesierd. De krijgersmaatschappij ontstaat. De koning en de andere belangrijke edellieden omringen zich met krijgers. Dat zijn de enige vrije burgers. De steeds maar voortdurende strijd om de macht schept een zeer onveilige situatie en de zwakkeren zoeken steun bij de sterkeren. Ze staan daarbij hun bezit af in ruil voor bescherming. Er ontstaat een maatschappij waarbij de zwakkeren steeds afhankelijker worden van de sterken. Dit ondermijnt echter wel het gezag van de koningen. In het Frankische recht gold dat elkeen werd berecht volgens het gewoonterecht van zijn volk. Dat leidde nog al eens tot verwarring. Clovis I liet het gewoonterecht codificeren. daaruit ontstond onder andere het Salische recht. Het Romeinse belastingstelsel werd gehandhaafd. Het geld vloeide nu echter naar de koning. |
Thierry sterft in 534 nadat hij Thuringen is binnengevallen, dat in opstand was. Hij laat Austrasië na aan zijn zoon Theobert. Deze kiest Metz als hoofdstad. Hij bezet in 542 het noorden van Italië. Daarbij schendt hij het akkoord met de Oostgoten die de Provence hadden afgestaan in ruil voor de neutraliteit van de Franken. Theobert overlijdt in 548 bij en valvan zijn paard en laat zijn rijk na aan zijn zwakke zoon Théodebald. Dit was een slecht strateeg en lijdt een verpletterende nederlaag tegen de Byzantijnen. De Franken moeten het schiereiland verlaten. Hij sterft in 555 zonder een erfgenaam. Clotaire annexeert Austrasië.
Ook Childebert sterft (in 558) zonder een erfgenaam: Het Merovingische rijk wordt herenigd onder Clotaire I. Hij was intelligent en wist het rijk bijeen te houden, maar gedroeg zich als een beest. Hij had zes vrouwen, waarvan er een, Clothilde, van hem wegliep en zich liever in een klosster liet opsluiten dan bij hem te blijven. Een zoon, die tegen hem in opstand kwam, werd samen met zijn vrouw , kinderen en zijn moeder geketend in een hut geworpen en vervolgens levend verbrand.
Clotaire sterft in 561. Zijn laatste woorden schijnen te zijn geweest: "Wat is toch de macht van de hemelse koning als hij de grootste koning van de aarde laat sterven?"
Het Frankische rijk is hiermee op haar hoogtepunt. Het omvat heel Frankrijk ( m.u.v. Septomanië) en een deel van Duitsland. Clotaire I moet zijn rijk achterlaten aan vier zonen die hij bij verschillende vrouwen heeft verwekt.
- Charibert, die in 567 sterft zonder erfgenaam (ondanks vier echtgenotes)
- Gontran, die sterft in 592, eveneens zonder erfgenaam
- Sigebert wordt koning van Austrasië
- Chilperic wordt koning van Neustrië
Talrijke twisten onder de laatste twee leidden tot burgeroorlogen, die elke economische ontwikkeling van het Frankische koninkrijk gedurende 50 jaar blokkeerden.
Na de dood van Clotaire (zoon van Clovis I) in 561, ontstaat er een niet aflatende machtstrijd tussen zijn twee laatst levende zonen. Chilpéric en Sigebert. Het leidt tot een ware burgeroorlog in de Frankische gebieden.
Sigibert trouwt met de dochter van de Westgotische koning, Brunehaut. Daarop imiteert Chilpéric hem door met haar zuster Galeswinthe te trouwen.
Galeswinthe voelt zich niet bemind en vraagt aan Chilpéric of ze zich mag terugtrekken in een klooster. Hij staat dit toe maar laat haar in 570 wurgen ten faveure van een van zijn dienstmaagden, Frédegonde, die hij later trouwt.
Een dipgewortelde haat zet Sigibert tegenover Chilpéric en Brunehaut tegenover Frédegonde.
Frédegonde is erg wreed hetgeen tot uitdrukking komt in aan indrukwekkend aantal moorden:
- Zij laat Sigibert, koning van Austrasië en broer van haar echtgenoot ombrengen in 575; zijn grondgebied wordt door zijn zoon Childebert II beheerd onder regentschap van Brunehaut.
- Zij laat vervolgens alle kinderen die haar man bij andere vrouwen had ombrengen, om haar kind als troonopvolger te laten gelden.
- Uiteindelijk doodt zij haar echtgenoot in 584 als blijkt dat hij een verhouding heeft.
Frédégonde verzekert zich in 584 van het regentschap voor haar zoon Clotaire II, die slechts vier jaar oud is. Hierbij begint het tijdperk van de bloederige koninginnen Frédegonde en Brunehaut, die de verwijdering tussen het oosten en het westen vergroot(Austrasië en Neustrië) en die elke ontwikkeling van de Merovingische dynastie in de kiem smoort
- Frédégonde vergiftigt Childebert II in 596 waarna zij een jaar later sterft.
- Clotaire II laat door middel van verraad koningin Brunehaut, die 70 jaar oud is, bij zich komen en brengt haar na drie dagen marteling om het leven. Darna doodt hij haar vier kleinkinderen.
Clotaire volgt aldus het goede voorbeeld van zijn moeder door al de concurrenten voor de troon om het leven te laten brengen. Hij is de alleenheerser over heel Frankrijk (Austrasië, Neustrië en Bourgondië). Zo breekt er eindelijk een periode van vrede aan.
Verzwakking van de autoriteit van de Merovingers
Ondanks de hereniging, dragen twee elementen bij aan de definitieve verzwakking van de Merovingische dynastie:
- de sterke onenigheid die blijft bestaan tussen Neustri± en Austrasië,
- De Majordomus van het paleis genieten een toenemende macht; als dankbaarheid voor hun steun worden ze voor het leven benoemd.
Clotaire II sterft in 629 en laat twee zonen na:
- Charibert, die in 632 sterft,
- Dagobert, die zijn neef om het leven brengt om allenheerser te kunnen worden.
De heerschappij van Dagobert (632 - 639) vormt een van de hoogtepunten van de Merovingische beschaving.
Dagobert is met Clovis en Karel de Grote een van de monarchen uit de vroege middeleeuwen waarvan de geschiedenis het beste bewaard isgebleven. De monniken van Saint Denis hebben veel over hem geschreven en van hem een legendarische held gemaakt, als blijk van dank voor de giften en gunsten die hij aan de kerk heeft gegeven. (De revolutie beschrijft hem echter als een nar)
Hij slaagt er deels in de koninklijke macht en autoriteit te herstellen en de eenheid van het koninkrijk te bewaren.
- Hij onderneent "politieke"reizen in Neustrië en Bourgondië,
- Hij verdedigt zijn grondgebied tegen de Saksen, de Bretons en de Gascons,
- Hij aarzelt niet iedereen die tegen hem in verzet komt om het leven te brengen of te verbannen,
- zijn passie voor luxe motiveert hem om de cultuur en de edelsmeedkunst aan te moedigen: de legende zegt dat hij een massief gouden troon liet maken.
De rol van de bisschoppen
Behalve door Pépin des Landes (Majordomus van het paleis van Austrasië en voorvader van de Karolingers), liet Dagobert zich adviseren door vooraanstaande bisschoppen zoals, Saint Eloi (die in die tijd schatbewaarder van het koninkrijk was) en Saint Arnoul de Metz. Onder hun aanmoediging worden de kerkelijke kerkelijke en liefdadigheid's organisaties verveelvoudigd: Het is Dagobert die in 625 deAbdij van Saint Denis sticht.
De hechte banden met de kerk zijn voor Dagobert een bron van politieke stabiliteit maar hebben ook een ideologische uitstraling.
. Dagobert verleent de stad Saint Denis :
- onafhankelijkheid in de verhouding met de bisschop van Parijs,
- het recht om vrije markten te organiseren die een bron van inkomsten vormen voor de religieuzen,
- privileges op belastinggebied ,
- en vooral de grote eer om zijn eigen graftombe te herbergen. Zo ontstaat de koninklijke begraafplaats, waar vervolgens, tot de revolutie, de meeste koningen van Frankrijk hun definitieve rustplaats vinden.
De bouw van de kerk van Saint Denis waar Dagobert zal worden begraven. |
De stad Saint denis dankt zijn naam aan de eerste bisschop van Lutèce (later Parijs) die tegen 250 in gezelschap van zes andere missionarissen naar Frankrijk kwam om het volk te kerstenen. Saint Denis werd op de Montmartre onhoofd. Volgens de overlevering uit de zesde eeuw, opgetekend door Grégoire de Tours, zou hij met zijn hoofd onde de arm zijn doorgelopen tot het dorp Catalocus waar hij ineenstortte en waar hij begraven is. Toen de vervolgingen stopten (vierde eeuw) werd er een kapel opgerichten in 475 liet Saint Geneviève er een kerk stichten. Daarna verbouwde Abbé Suger het tot een basiliek en gaf daarmee een definitieve impuls aan de Gotische kunst. |