- Hits: 171
De dynastie van de Capetingers : 987 - 1328
(deel 1, de directe lijn)
Hugo Capet (987-996)
Hugo Capet werd als het tweede kind en oudste zoon van Hugo de Grote en Hedwig van Saksen geboren.Zijn grootvader Robert van Bourgondië was tussen 922 en 923 koning van West-Francië geweest. Via zijn grootmoeder Beatrix van Vermandois was hij tevens een nazaat van koning Karel de Grote. Zijn vader Hugo de Grote was in zijn tijd de machtigste man van Frankrijk, zelfs machtiger dan de koning. Bij de dood van zijn vader erfde Hugo Capet de meeste van zijn bezittingen en titels: Hugo werd hertog van de Franken (Neustrië), graaf van Parijs, Orléans, Poitou, Tours, et cetera, en lekenabt van onder meer Saint-Martin te Tours, Saint-Germain te Auxerre, Saint-Aignan te Orléans, Saint-Quentin en Sint-Vaast. Zijn broer Otto werd bovendien hertog van Bourgondië. De paus noemde hem de “glorierijke prins van de Franken”. Omdat Hugo nog minderjarig was, trad eerst Richard I van Normandië, die was getrouwd met Hugo's zus Emma, als zijn voogd op en later zijn moeder Hedwig van Saksen en zijn oom Bruno, aartsbisschop van Keulen. Zij waren zuster en broer van keizer Otto I de Grote.
De machtige Franse edelen maakten gebruik van Hugo's minderjarigheid om hun positie ten koste van hem te versterken, bijvoorbeeld: Willem III van Aquitanië die Poitou tegen Hugo wist te behouden, Theobald I van Blois die Chartres en Châteaudun verwierf, en Fulco II van Anjou die de omgeving van Nantes in handen kreeg.
Hugo Capet wordt door de edelen in 987 tot koning gekozen, nadat Lodewijk V bij een jachtongeluk om het leven is gekomen. Na zijn verkiezing door een vergadering van hertogen en graven in Noyon en op voorstel van de aartsbisschop Adalbéron, wordt hij in Noyon ingewijd. Hiermee begint de dynastie van de Capetingers, die wat de directe lijn betreft, doorgaat tot 1328.
Hugo Capet komt voort uit de al prestigieuze familie van de Robertingers. Onder zijn illustere voorouders bevinden zich:
- zijn achteroom Eudes; glorieuze held bij het beleg van Parijs door de Noormannen in 888. Hij werd tot koning gekozen en regeerde tien jaar.
- zij vader Hugo de Grote die hertog was en voogd van Lodewijk IV.
Voordat hij tot koning verkozen werd, had hij de titels, graaf van Parijs en hertog van de Franken.
Anekdote
|
Het feodale Frankrijk
Na de regering van Karel de Grote en in het bijzonder na het einde van de negende eeuw, was het koninkrijk niet in staat om de vrede zeker te stellen. Vooral de invallen van de Noormannen hebben de bevolking in ontreddering gebracht. Het hierdoor ontstane verlies aan legitimiteit en prestige komt vooral de hoge edelen erg goed uit. Zij zijn de enigen die in staat zijn de veiligheid te verzekeren voor de mensen die in hun domein wonen.
Er onstaan nieuwe verhoudingen.
- De hertogen en graven
Aan het hoofd van het feodale systeem staan een twintigtal territoriale prinsen. Het zijn afstammelingen van ambtenaren en krijgers uit het Karolingse Tijdperk. Zij bezitten een aanzienlijke macht die soms groter is dan die van de koning. Onder hen zijn de volgende van belang.- De hertogen van Bourgondië, Normandië (vanaf het begin van de elfde eeuw), Aquitaine
- De graven van Toulouse, Vlaanderen, Boulogne
- De edelen die kastelen bezitten:
- Het zijn de egenaren van minder uitgestrekte bezittingen en zij beschikken over justitiële en bevelvoerende macht. Het zijn dikwijls vazallen van een hertog of graaf, die hun een leengoed ter beschikking hebben gesteld. Zij moeten hun heer gedurende een officiële ceremonie eer betuigen. Hiermee wordt op een plechtige wijze, de afhankelijkheid bevestigd die er tussen heer en vazal bestaat
In ruil voor zijn leengoed moet de vazal zijn heer:- militair bijstaan,
- bijstaan met raad,
- financieel helpen als; de heer gevangen wordt genomen en er een losgeld wordt gevraagd, bij het huwelijk van diens oudste dochter, bij de ridderslag van zijn oudste zoon en als hij op kruistocht gaat
- Het zijn de egenaren van minder uitgestrekte bezittingen en zij beschikken over justitiële en bevelvoerende macht. Het zijn dikwijls vazallen van een hertog of graaf, die hun een leengoed ter beschikking hebben gesteld. Zij moeten hun heer gedurende een officiële ceremonie eer betuigen. Hiermee wordt op een plechtige wijze, de afhankelijkheid bevestigd die er tussen heer en vazal bestaat
Deze precaire regels tussen heer en vazal en de strijd tussen de feodale heren, creëren een instabiele en soms anarchistische situatie.
De macht ligt niet in handen van de koning, maar ligt verbrokkeld in handen van machtige heren die belastingen heffen, oorlog voeren en zelf rechtspreken. Frankrijk is verworden tot een puzzel van heerlijkheden. Om het gebrek aan gezag van de koning te illustreren het volgende , waarschijnlijk verzonnen, gesprek tussen Hugo Capet en een van zijn onwillige vazallen, Adalbert de Périgord. Het getuigt van de kwetsbaarheid van het koningschap van de Capetingers in de beginperiode.
|
Frankrijk in het begin van de Capetingers.
Het leven wordt Hugo Capet tevens onaangenaam gemaakt door de twee gebieden waarin Frankrijk in grote lijnen is verdeeld. Ten noorden van de lijn tussen Grenoble en Bordeaux spreekt men de taal "oil" en ten zuiden "oc". Het noorden is sterk Germaans georiënteerd met een groot aantal kleinere leenheren. "Oil" is afkomstig van het Franse "Oui" (ja).
Het zuidelijke gebied staat nog dicht bij zijn Gallisch-Romaanse oorsprong. Er wordt een soort latijn gesproken. Hier gebruikt men het Romeinse recht en de leengebieden zijn er veel groter.
Naast deze twee talen bestaan er talloze dialecten die aan de basis liggen van het huidige Patois. De versnippering van het gebied draagt bij tot het ontstaan van die dialecten.
Uitbreiding van het koninklijk domein door Hugo Capet
Robert II de Vrome (996 - 1031)
Robert was zoon van koning Hugo Capet. Hij kreeg een voor die tijd bijzonder goede opvoeding. Zijn leraar was Gerbert van Aurillac, de latere paus Silvester II. Daardoor had Robert een voorliefde voor muziek, dichtkunst en religie. Doordat hij tijdens zijn regering bovendien streng optrad tegen ketters, kreeg hij de bijnaam "de Vrome". In 987 werd Robert gekroond tot medekoning naast zijn vader, om zijn kansen voor de opvolging zo groot mogelijk te maken. Robert wilde trouwen met Bertha van Bourgondië, maar omdat ze verwant waren in de zesde graad, was dit tegen de wetten van de kerk en Hugo weigerde daarom met dit huwelijk in te stemmen. In plaats daarvan probeerde Hugo om Robert met een Byzantijnse te laten trouwen en toen dat niet lukte arrangeerde hij in 989 een huwelijk met de ongeveer 20 jaar oudere Suzanna van Italië. Zij was weduwe van Arnulf II van Vlaanderen en moeder van de minderjarige Boudewijn IV van Vlaanderen. Door dit huwelijk kreeg de kroon een sterke invloed in een van de grote graafschappen van het koninkrijk, bovendien bracht zij Montreuil (Pas-de-Calais) en Ponthieu in als bruidsschat.
Als kroonprins speelde Robert een actieve rol. Hij nam deel aan de gevechten tegen Karel van Neder-Lotharingen om Laon. In 991 verhinderde hij Franse bisschoppen om deel te nemen aan een synode in Mousson, dat toen in Duitsland lag. In 991 en 994 was hij voorzitter van concilies in Frankrijk. In 996 overleed zijn vader en werd Robert koning. Robert scheidde direct van Suzanna om te kunnen trouwen met Bertha, die inmiddels weduwe was van Odo I van Blois. Wel behield hij de bruidsschat van Suzanna, zo genaamd om die voor haar te beheren. Wegens de bloedverwantschap met Bertha en de onwettige scheiding van Suzanna, stond Robert onder grote druk van de kerk om zijn huwelijk met Bertha te ontbinden. Toen hij bleef weigeren, werd het echtpaar uiteindelijk geëxcommuniceerd door paus Gregorius V.
Robert volhardde zijn verzet tegen de kerk en bleef getrouwd met Bertha tot 1003. Toen wilde hij het hertogdom Bourgondië rechtstreeks aan de kroon brengen en was de excommunicatie een te grote politieke handicap. Na onderhandelingen met paus Silvester II, zijn oude leermeester, scheidde hij van Bertha en trouwde met Constance van Arles. De excommunicatie werd ongedaan gemaakt. Zijn politieke en militaire pogingen om de macht in Frans Bourgondië direct in handen te krijgen, mislukten echter door de tegenstand van de lokale adel en bisschoppen. Robert zette naast zijn huwelijk zijn relatie met Bertha gewoon voort. Het hof werd daardoor verdeeld in twee vijandige kampen. Het huwelijk met Constance zorgde wel voor erfgenamen maar was verder een grote mislukking.
In 1005 veroverde Robert, Auxerre, in 1015 volgde Sens en in 1016 had Robert eindelijk het hertogdom Bourgondië in handen. In deze periode trok hij samen met Bertha naar Rome, om hun zaak bij de paus te bepleiten maar die wilde niet toestemmen in een hernieuwd huwelijk. In 1020 overleed Stefanus I van Champagne en probeerde Robert om diens graafschappen aan de kroon te laten hechten. Robert kwam daardoor in conflict met Stevens erfgenaam (en Bertha's zoon) Odo II van Blois. In 1023 moest Robert uiteindelijk toestaan dat Odo de graafschappen van Stefanus in bezit nam. Robert sloot daarop direct een bondgenootschap met keizer Hendrik II om Odo's macht te beteugelen. Dit had enig succes want Odo moest Reims opgeven aan de bisschop en hij moest Dreux overdragen aan Robert. Na de dood van Hendrik kwam Robert in 1024 tot een vergelijk met Odo en steunde hij de tegenstanders van Koenraad II de Saliër. Een poging om Metz te veroveren mislukte. Een aanbod om koning van Italië te worden sloeg hij af.
In de laatste jaren van zijn leven was Robert in open oorlog met zijn zonen Hendrik en Robert, die door hun moeder werden gesteund. Tijdens de burgeroorlog tegen zijn eigen zonen stierf Robert II op 20 juli 1031 bij Melun. Hij werd begraven in de kathedraal van Saint-Denis en uiteindelijk werd hij opgevolgd door zijn zoon Hendrik I.
Hij weet zich te omringen door goede raadslieden zodat hij het hoofd kon bieden aan opstandige leenmannen en de feodale anarchie kon bestrijden. Hij verovert onder meer het hertogdom Bourgondië.
Hendrik I (1031 - 1060)
Hij moet het opnemen tegen de machtige hertog van Normandië en ziet zich gedwongen Bourgondië aan zijn broer Robert af te staan. Door zijn huwelijk met de dochter van de prins van Kiev vestigt hij contacten tussen zijn koninkrijk en het oosterse christendom.
Hertog van Bourgondië
Hendrik werd in 1016, nog als kind, door zijn vader Robert II van Frankrijk benoemd tot hertog van Bourgondië. Toen zijn oudste broer Hugo in 1025 was overleden en Hendrik kroonprins werd, was hij ontevreden omdat hij van zijn vader geen wezenlijke rol in het bestuur kreeg. Hendrik kwam daarom samen met zijn broer Robert, en met steun van hun moeder, in 1025 in opstand tegen zijn vader. Hendrik wist Dreux, Beaune en Avallon te veroveren. Uiteindelijk werd een compromis bereikt en staakten de broers hun opstand, Hendrik werd op 14 mei 1027 te Reims tot medekoning gekroond.
Koning van Frankrijk
Na het overlijden van zijn vader werd Hendrik koning van Frankrijk. Hij kreeg direct te maken met een opstand van zijn broer Robert en zijn moeder. Met de steun van keizer Koenraad II de Saliër en hertog Robert de Duivel van Normandië wist hij echter zijn positie te behouden. In 1032 gaf Robert zijn aanspraken op de troon op, in ruil voor het hertogdom Bourgondië. Hendrik had in 1033 een bespreking met Koenraad te Deville. Daarbij gaf Hendrik zijn aanspraken op het koninkrijk Arelat op ten gunste van die van Koenraad. Ook verloofde Hendrik zich met Koenraads dochter Mathilde. Later in dat jaar steunde Hendrik Koenraad daadwerkelijk tegen Odo II van Blois die probeerde om koning van Arelat te worden. In 1034 overleed Mathilde onverwacht op jonge leeftijd. Datzelfde jaar trouwde Hendrik met een andere Mathilde, Mathilde van Friesland, dochter van Koenraads stiefzoon Liudolf van Brunswijk. Mathilde werd in 1040 moeder van een dochter, maar beiden sterven in 1044.
Hendriks verdere regering werd bepaald door de opkomende macht van Normandië en diplomatie met Duitsland. In 1043 was een eerste bespreking met keizer Hendrik III te Carignan (Ardennes), over diens huwelijk met Agnes van Poitou. In 1048 was er een tweede bespreking met Hendrik te Carignan. Een jaar later kwam Hendrik in conflict met de paus. Hendrik verbood zijn bisschoppen om een concilie te Reims bij te wonen maar de bisschoppen die hem gehoorzaamden werden afgezet of geëxcommuniceerd. In 1056 had Hendrik een derde bespreking met keizer Hendrik te Carignan. Hierbij maakte Hendrik aanspraken op hertogdom Lotharingen en daagde de keizer zelfs uit tot een tweegevecht om de kwestie te beslissen. Keizer Hendrik vertrok echter bij nacht in het geheim uit Carignan, en bleef gewoon leenheer van Lotharingen.
Hendrik steunde in 1047 nog de jonge Willem de Veroveraar, zoon van zijn oude bondgenoot Robert, tegen zijn opstandige vazallen in de slag bij Val-ès-Dunes bij Caen. Hierdoor wist Willem definitief het gezag over zijn hertogdom te vestigen. Na zijn huwelijk met Mathilde van Vlaanderen, werd Willems positie echter zo sterk, dat hij een bedreiging werd voor Hendrik. In 1054 trok Hendrik op tegen Normandië, maar werd verslagen toen de Normandiërs bij nacht het Franse kamp bij Mortemer (Seine-Maritime) overvielen. In 1057 deed Hendrik een tweede poging om Willem te onderwerpen, maar bij Varaville werd Hendrik door Willem verslagen, doordat die handig gebruik wist te maken van de rivier en het moeras in het landschap.
In 1059 liet Hendrik zijn zoon Filips tot medekoning kronen. In 1060 stichtte hij een kapittel van Sint Maarten in Parijs. Hendrik stierf op 4 augustus 1060 in Vitry-en-Brie. Hij werd begraven in de kathedraal van Saint-Denis. Hendrik werd opgevolgd door zijn zoon Filips, die toen 8 jaar oud was. Hendriks weduwe, Anna van Kiev, was zes jaar lang regent.
Philipe I (1060 - 1108)
Hij heeft met 48 jaar de op twee na langste regeringsperiode in de Franse geschiedenis. Zijn regeringsperiode kent twee belangrijke gebeurtenissen.
- William de Veroveraar, hertog van Normandië, verovert Engeland en laat zich daarna daar tot koning kronen. Het feit dat de vazal van de koning van Frankrijk (als hertog van Normandië) tevens koning van Engeland is levert gedurende twee eeuwen tal van conflicten op tussen beide landen.
Klik voor nadere bijzonderheden over de verovering van Engeland - De eerste kruistocht in 1096
Deze kruistocht heeft grote gevolgen voor het westen en is de aanleiding tot nog eens zeven kruistochten. Philipe I kon niet aan deze kruistocht deelnemen omdat hij door paus Urbanus II, die zijn huwelijk afkeurde, werd geëxcommuniceerd
In 1095 wordt de koning verliefd op Bertrade de Montford, echtgenote van de graaf van Anjou, Foulques IV. Hij laat zijn huwelijk met Berthe van Holland ontbinden en trouwt met Bertrade, die niet gescheiden was. Bij de aankondiging van het huwelijk komen de graven van Vlaanderen en Anjou in opstand en de paus excommuniceert de koning.
Lees meer over de kruistochten
De stabiliteit van het rijk van de eerste Capetingers berust op drie elementen :Een monarchie die steeds meer op erfelijkheid berust. Eerst werd de koning gekozen. Maar nu wordt langzaam de erfopvolging door de oudste zoon ingevoerd en de edelen volgen dit voorbeeld. Dat voorkomt strijd om de opvolging en geeft daarom rust en stabiliteit aan het koninkrijk. Daarbij komt dat de koning door God wordt aangesteld en deze heilige aanstelling geeft de koning extra ondersteuning.
-
Alle koningen (996 tot 1328) beschikken over een mannelijke troonopvolger. Dat heeft eveneens strijd en twisten voorkomen.
-
Het beperken van het territoir om zich beter op de expansie te kunnen voorbereiden. Vanaf Philipe I concentreert de koning zich vooral op het eigen domein om zich daar een stabiele basis te geven. Hij beperkt zijn interventies tot die gebieden waar hij zich machtig weet.
- De eerste aanzet voor de organisatie van de staat. De koning geeft getrouwen extra verantwoordelijkheden en profiteert aldus van de macht van families van kasteelbezitters in het Ile de France. De aanstelling van locale officieren belast met het bewaken van koninklijke rechten en inkomsten maakt een rationele manier van het administratieve beheer van zijn domein mogelijk.
Hongersnoden en epidemieën
Het is gebleken dat de beroemde verschrikkingen van de millenniumwisseling nooit hebben bestaan. Het zijn uitvindingen van historici uit de negentiende eeuw.
Toch is het zeker dat er in die periode een vage angst voor het "laatste oordeel" heeft bestaan. Die angst werd nog eens onderstreept door drie reeksen van epidemieën en hongersnoden gedurende de eerste helft van de elfde eeuw.
Zij zijn het gevolg van:
- slechte landbouwopbengsten
- transportproblemen. Hierdoor konden er geen producten worden vervoerd van gebieden met goede oogsten naar gebieden met slechte oogsten
- klimatologische omstandigheden. Er traden periodes op met grote droogtes (1005 en 1006) en overvloedige regenval (tussen 1020 en 1035)
Vanwege de honger at men zaken die niet geschikt (meer) waren voor consumptie, waardoor er ziektes en epidemieën optraden die een sfeer van angst deden ontstaan.
Toch was het klimaat buiten deze periodes erg gunstig. Het weer was zachter waardoor de oogsten verbeterden. De bevolking neemt toe. Tussen de tiende en dertiende eeuw verdrievoudigt de bevolking zich. Dat is een teken dat de omstandigheen niet zo somber waren als sommige historici ons hebben doen geloven.
De heiligen van de Limousin Een verschrikkelijk epidemie treft de Limousin in 994; hoofdpijn, hoge koorts, duizelingen, ijlkoortsen... en vervolgens een gevoel van verbranding waarna ledematen zwart worden en de dood volgt.Deze ziekte wordt als een straf van God beschouwd en niets schijnt er tegen te helpen. Daarom wordt er in Limoges een concilie gehouden. De bisschop kondigt een vastentijd van drie dagen af met dagelijks een precessie met de relikwieën van St Martinus(deze heeft de Limousin geëvangeliseerd). Als door een wonder houdt de epidemie op en men blijft de processies en tijden van vasten in ere houden in steeds meer parochies. Het blijkt ook tegen volgende epidemieën te helpen. (Men weet nu dat de ziekte werd veroorzaakt door een parasiet die het meel aantastte (moederkoren). De traditie van de processie wordt ook nu nog in ere gehouden (limoges, Nexon, Saint-Just) |
Stedelijke ontwikkeling en groei van de bevolking
Ondanks oorlogen en strubbelingen ken de tiende en elfde eeuwse maatschappij een periode van economische hervormingen en herstel, gemarkeerd door een demografische groei, technische ontwikkelingen op landbouwgebied en een eerste stedelijke ontwikkeling.
- Stedelijke ontwikkelingen
Gedurende onrustige periodes trokken de mensen zich in de steden terug om het te verdedigen gebied zo klein mogelijk te houden. Maar tijdens periodes van veiligheid bloeide de landbouw en handel op. Er werden markten gehouden (Champagne, Saint Denis) en de textiel industrie ontwikkelde zich. Hierdoor ontstaan dorpen en steden (een dorp werd stad als het meer dan 1000 inwoners kreeg). Door de groei ontwikkelden zich wijken buiten de vestingmuren. Zovestigde Lodewijk VI op de rechteroeveer van de Seine de nieuwe markt van Champeaux, wat zich later ontwikkelde tot de wijk van de "Halles".
- Gemeentelijke ontwikkelingen
Handelaren en vakmensen verenigen zich in gildes en vormden zo een steeds machtiger groep tegenoveer de macht van de heren. Zij zoeken een grotere autonomie en stellen handvesten op die rechten en plichten van die gildes regelen. Zij stellen de steden in staat om zich gedurende de elfde en twaalfde eeuw te bevrijden.
Die handvesten komen op diverse manieren tot stand.
a. met wederzijds goedvinden als een akkoord met de heer
b. door aankoop; de inwoners onderhandelen met de heer
c. met behulp van geweld; in Mans (1069) en in Laon (1109) worden de bisschop en diens ridders afgeslacht door de inwoners uit naam van de gemeenschap. Zij worden erna door de koning van Frankrijk gestraft.
De eerste grote koning: Lodewijk VI de Dikke (1108 - 1137)
Lodewijk werd opgevoed in de abdij van Saint-Denis, samen met zijn latere raadsman Suger. In 1092 werd hij benoemd tot graaf van de Vexin en de steden Mantes-la-Ville en Pontoise. Dit plaatste hem in het front tegen Normandië/Engeland. Zijn vader verstootte zijn moeder om te kunnen trouwen met Bertrada van Montfort, wat leidde tot een politieke crisis in Frankrijk. De jonge Lodewijk bleef zo veel mogelijk weg van het hof. In 1097 neemt hij deel aan de verdediging van de Vexin tegen Willem II van Engeland en in 1098 werd hij tot ridder geslagen.
Ondanks de pogingen van zijn stiefmoeder om haar zoons koning te laten worden, werd Lodewijk in 1100 door zijn vader als erfgenaam aangewezen. In dat jaar maakte hij een reis naar Londen. Een poging van Bertrada om hem daar gevangen te laten nemen mislukte. Op de terugweg werd een aanslag op Lodewijk door een geestelijke verijdeld. In 1101 werd Lodewijk benoemd tot graaf van Vermandois. Zijn vader was toen al zo verzwakt dat Lodewijk in feite al als koning regeerde. Hij werd in 1101 vergiftigd maar werd genezen door een joodse arts.
In 1104 verzoende Lodewijk zich met Betrada en hij verloofde zich met Lucienne de Rochefort, een verwante van Bertrada. In 1107 verbrak Lodewijk de verloving, met een te nauwe bloedverwantschap als excuus. In 1106 accepteerde Lodewijk dat Hendrik I van Engeland Normandië veroverde, waardoor Engeland en Normandië weer een verenigd rijk werden.
Lodewijk VI volgt in 1108 Philipe I op. Aan zijn lichaamsgewicht dankt hij zijn bijnaam. Zijn grote activiteit en energie gaven hem ook de titel: Lodewijk die niet slaapt.
Hij probeert gedurende zijn regeringsperiode het prestige van de monarchie zowel binnen zijn domein als in heel christelijk Europa op te vijzelen.
Lodewijk werd op 3 augustus 1108 in grote haast te Orléans tot koning gekroond. De kroning kon niet in Reims (de gebruikelijke plaats voor de kroning van Franse koningen) plaatsvinden omdat die stad door een conflict over de bisschopsfunctie onder een interdict viel. Bovendien werd de stad gecontroleerd door Lodewijks halfbroer Filips en diens bondgenoot Theobald IV van Blois. Er waren nauwelijks grote vazallen of kerkvorsten aanwezig bij de kroning.
De geldigheid van de kroning werd tevergeefs aangevochten door zijn halfbroers. Betrada besloot daarna om zich terug te trekken in een klooster. Guy van Rochefort kwam echter in opstand. Lodewijk veroverde zijn kasteel in Gournay-sur-Marne. Guy stierf en zijn partij werd nu aangevoerd door Hugo van Crécy, die zich weer verbond met Hugo van le Puiset. Omdat Hugo van le Puiset de fout maakte om de gebieden rond Chartres te plunderen, koos Theobald van Blois de kant van Lodewijk. Met de steun van Theobald kon Lodewijk zich handhaven, maar het gebied dat hij daadwerkelijk onder controle had was niet groter dan de regio rond Parijs, Orléans en Senlis. De rest van Frankrijk werd geregeerd door edelen die feitelijk onafhankelijk waren.
Hij komt in conflict met de kleinere kasteelheren die zijn macht op de proef stellen in Ile de France en zich gedragen als roofridders. Hij bezet het grondgebied van de opstandige ridders en
verwoest hun aslottorens. Onder hen de heer van Monthéry, Hugo du Puiset en de familie Coucy.
Lodewijk was bijna 30 jaar koning en al die tijd was hij verwikkeld in conflicten met Normandië (en dus ook met Engeland) en lokale opstandige edelen en roofridders binnen zijn eigen domeinen. Vlaanderen en Vermandois waren meestal zijn bondgenoot, Blois en Anjou wisselden regelmatig van kant.
In 1109 veroverde Lodewijk La Roche-Guyon, op de grens van Normandië. Zijn poging om in 1110 het sterke Normandische kasteel van Gisors te veroveren, liep echter uit op een nederlaag. Dit leidde tot enkele jaren van schermutselingen.
Lodewijk veroverde het jaar daarop (1111) samen met Theobald IV van Blois Le Puiset en nam Hugo gevangen. Lodewijk bouwde in de omgeving een eigen kasteel, Toury. De Normandische edelman Robert I van Meulan brandschatte Parijs als vergelding voor plunderingen van zijn bezittingen door koninklijke troepen.
Toen in 1112 de graaf van Corbeil zonder directe erfgenaam overleed, verklaarde de koning dat het graafschap terug toeviel aan de kroon. Theobald van Blois maakte echter ook een aanspraak op het graafschap en koos nu de kant van de opstandelingen. Lodewijk liet in reactie hierop Hugo van le Puiset vrij, met de afspraak dat die zich tegen Theobald zou keren. Ondanks zijn beloften sloot deze zich direct bij de opstandelingen aan, waarop Lodewijk een bondgenootschap met Robrecht II van Jeruzalem sloot. Hugo van le Puiset veroverde het kasteel van Toury maar Lodewijk wist het weer te heroveren. Lodewijk en Rudolf I van Vermandois versloegen in een veldslag Hugo van le Puiset, Hugo van Crecy, Theobald van Blois en anderen. Later dat jaar versloeg en doodde Theobald van Blois Robrecht van Vlaanderen in een veldslag bij Meaux.
In 1113 sloot hij het eerste verdrag van Gisors met Hendrik I van Engeland. Lodewijk moest hierbij grote concessies doen. Ondertussen bleef Lodewijk evenwel de Normandische tegenstanders van Hendrik steunen. Ook sloot Lodewijk een bondgenootschap met Anjou.
Lodewijk wist het jaar daarop (1114) tenslotte Hugo van Crecy en zijn familie te onderwerpen. Hugo werd monnik en zijn familiebezit werd door Lodewijk verdeeld: Bray-sur-Seine werd aan Theobald van Blois gegeven. Zelf hield hij Montlhéry, Gometz en Châteaufort. Lodewijk stuurde troepen naar Amiens ter ondersteuning van de bisschop tegen Thomas I van Coucy. Toen Thomas ook nog de moordenaars van de bisschop van Laon onderdak bood, liet Lodewijk hem excommuniceren.
Lodewijk wist in 1115 Thomas te verslaan, maar kreeg tijdens de strijd een pijl in zijn borst.
Na de onderwerping van Thomas en het overlijden van diens vader in 1116, gaf Lodewijk het graafschap Amiens aan Adelheid van Vermandois. Dit zou tot een langdurige vete tussen Thomas en de familie van Vermandois leiden.
Lodewijk onderwierp in 1118 Hugo van le Puiset definitief en dwong hem om naar Palestina in ballingschap te gaan. Lodewijk steunde een opstand van Normandische edelen onder leiding van Willem Clito tegen Hendrik I van Engeland. Willem was een neef van Hendrik en eiste de titel van hertog van Normandië op, omdat Hendrik die titel in 1106 op zijn vader had veroverd. Lodewijk kon echter geen leger sturen door het verzet van Theobald van Blois, die Hendrik steunde. Hendrik wist de opstand grotendeels te onderdrukken.
Nadat hij in 1119 Theobald had onderworpen en trok hij met zijn leger naar Normandië. Hij veroverde Ivry, maar werd verslagen bij Breteuil. Boudewijn VII van Vlaanderen werd door Hendrik verslagen en gedood. Een nieuwe inval van Lodewijk in Normandië mislukte en hij kon alleen door te vluchten aan gevangenneming ontsnappen. Fulco V van Anjou koos de kant van Hendrik en Lodewijk moest de strijd opgeven.
Lodewijk intervenieerde in 1122 tegen de lokale graaf in Auvergne ten gunste van de bisschop. Het volgende jaar (1123) mislukte een nieuwe poging om Willem Clito aan de macht te brengen in Normandië.
In 1126 kwam het opnieuw tot een interventie in Auvergne, waarop de graaf steun vroeg aan de hertog van Aquitanië, die er juist voor koos om nu de koning te huldigen.
Lodewijk bestrafte in 1127 de moord op Karel de Goede door de betrokkenen van een toren in Brugge te laten werpen. Omdat Karel geen erfgenamen had, wees Lodewijk nu Willem Clito aan als graaf van Vlaanderen, maar die kreeg algauw met veel verzet te maken. Uiteindelijk werd Diederik van de Elzas als nieuwe graaf van Vlaanderen aangesteld. Tijdens Lodewijks afwezigheid kwam het tot een conflict tussen de koningin en de machtige kanselier Stephanus van Garlande, die steeds meer macht voor zichzelf en zijn familie trachtte te verwerven. Adelheid liet daarom de huizen van Stephanus en zijn partijgangers in Parijs verwoesten.
Het volgende jaar (1128) kreeg Stephanus steun van Theobald van Blois en Hendrik I van Engeland. Na een beleg van twee maanden veroverde Lodewijk samen met Roeland van Vermandois zijn kasteel bij Livry. Lodewijk werd evenwel door een pijl van een kruisboog in het been getroffen en Roeland verloor een oog, maar de macht van Stephanus was gebroken. Hij verzoende zich met Lodewijk en zou zelfs nog een keer kanselier worden.
In 1129 wees Lodewijk zijn oudste zoon, Filips, die zijn oogappel was, aan als opvolger en liet hem op 14 april tot medekoning benoemen. Het jaar daarop (1130) versloegen en doodden Lodewijk en Roeland van Vermandois Thomas van Marle, nadat die eerder Vermandois had aangevallen en een jongere broer van Roeland had gedood. Filips, Lodewijks medekoning en kroonprins, stierf op 13 oktober 1131 door een ongelukkige val van zijn paard. Lodewijk wees nu zijn zoon Lodewijk, die tot dan toe in de abdij van Saint-Denis was opgevoed, aan als opvolger, die door paus Innocentius II in Reims tot medekoning werd gezalfd en gekroond. In 1132 huldigde de graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas, Lodewijk als zijn heer.
Lodewijk trok in 1137, tegen het advies van zijn adviseurs, die van mening zijn dat hij door zijn zwaarlijvigheid (zijn bijnaam is letterlijk bedoeld en werd al tijdens zijn leven gebruikt) en chronische buikklachten niet tot deze onderneming in staat was, op tegen de roofridders van Saint-Brisson-sur-Loire. Lodewijk werd getroffen door dysenterie en overleed.
De slottoren van Coucy was de machtigste van heel Frankrijk. Hij was 54 meter hoog en de muren hadden aan de basis een dikte van 7,5 meter. Hij werd gedurende de eerste wereldoorlog door de Duitsers opgeblazen. (zie foto links)
Lodewijk trouwde op 28 maart 1115 met Adelheid van Maurienne, wat aangaf dat zijn ambities tot in het zuiden van Frankrijk reikten. In 1119 steunde hij de verkiezing van paus Calixtus II en kwam daarmee in conflict met keizer Hendrik V. In 1124 trok Hendrik V met een leger naar Frankrijk. Het lukte Lodewijk met de steun van Theobald van Blois en de hertog van Aquitanië om een groot leger op de been te brengen. De legers ontmoetten elkaar bij Metz en vanwege de onverwachte sterkte van het Franse leger besloot Hendrik om van strijd af te zien en zich terug te trekken.
Lodewijk werd door alle tijdgenoten beschreven als een vriendelijke en vrolijke man. Hij was ook een krachtdadige koning en van groot belang voor de vestiging van de koninklijke macht in Frankrijk. Onder zijn bewind bloeiden de economie en de steden in de gebieden die onder zijn bewind stonden. Vanaf 1110 gaf hij steden stadsrechten. Bij zijn dood was Parijs de grootste stad van Frankrijk. Lodewijk stichtte daar de abdij van Saint-Victor, de priorij van Saint-Lazare en een vrouwenklooster op de Montmartre. Hij stelde een jaarmarkt in te Parijs en liet de oude Romeinse brug door een nieuwe stenen brug vervangen. Lodewijk rekruteerde zijn dienaren uit de lage adel en geestelijkheid om zo de macht van de grote adellijke families in te perken. Hij dwong zijn directe vazallen om zijn wetten te hanteren en geen eigen wetten te maken. Lodewijk stelde een koninklijke raad in.
In 1137 werd hij door de stervende hertog van Aquitanië belast met de taak om een goede echtgenoot voor zijn erfdochter Eleonora van Aquitanië te vinden. Lodewijk liet deze kans om de positie van de Franse kroon te versterken niet voorbijgaan en verloofde haar direct met zijn zoon en kroonprins Lodewijk VII van Frankrijk.
"Men verslaat de koning niet bij het schaken !" Dit riep Lodewijk VI de Dikke in 1119 tijdens de slag van Brémule tegen de Engelsen/Normandiërs van Hendrik I. |
De abt Suger, raadgever, historicus en bevorderaar van de Gotische kunst
Deze abt heeft een drievoudige erfenis achtergelaten:
a. een soort minister in een tijd dat er nog geen ministers waren en getrouw metgezel van de koning.
Suger is een studiegenoot van Lodewijk VI en was daarmee al zeer vroeg bij het politieke spel betrokken. Hij was een steunpilaar bij de strijd voor uitbreiding van zijn rijk. Hij bekleedde drie belangrijke functies:
- hij was belast met diplomatieke missies naar buitenlandse machthebbers
- hij was raadgeveer bij belangrijke beslissingen en tijdens militaire missies.
- hij heeft ook de hand gehad in de huwelijk van de zoon van de koning, de latere Lodewijk VII, met Aliénor d'Aquitaine in 1137.
Na die belangrijke rol bij Lodewijk VI bleef hij raadgever voor Lodewijk VII. Hij treedt op als regent voor de koning tijdens de tweede kruistocht van 1147. Suger heeft onbetwist een hoogst belangrijke rol gespeeld bij de versterking van het koninkrijk
b. Historicus
Hij staat aan de basis van de "grote kronieken van Frankrijk" , de officiële geschiedenis van de monarchie waarvan hij het eerste deel " Het leven van Koning Lodewijk VI" redigeert.
c. Bevorderaar van de Gotische kunst
Suger wordt in 1122 aangesteld als hoofd van de prestigieuze Abdij van Saint Denis en is de stichter van de nieuwe basiliek van Saint Denis (1144)waar de koningen van Frankrijk voortaan begraven worden.
De kerk van Saint Denis, gebouwd onder de Merovinger Dagobert VII , dreigt in te storten. Er wordt een nieuwe kerk gebouwd die profiteert van de modernste technieken van die eeuw.
De bouw van deze basiliek is de impuls die de gotische kunst nodig had om door te breken. In dit tijdperk staan drie plaatsen symbool voor de koninklijke macht.
Parijs. De stad waar de archieven liggen opgeslagen. Parijs is nog geen hoofdstad.
Reims, de heilige stad waar de koningen gekroond worden.
Saint Denis. Stad waar de koningen worden begraven.
De ontwikkeling van religieuze gebouwen
Sinds het jaar duizend beleeft het westen een koortsachtige opbloei in de bouw van godsdienstige gebouwen. Iedereen is godsdienstig. Kleine parochie kerken worden in bijna alle dorpen gebouwd, maar ook kloosters of kathedralen van waaruit de bisschoppen hun bisdom besturen.
In drie eeuwen van 1050 tot 1350 worden er in Frankrijk 80 kathedralen, 500 grote kerkenen tienduizenden kleine kerken gebouwd.
De Romaanse bouwkunst
Gedurende de elfde en twaalfde eeuw wordt in de Romaanse stijl gebouwd. De muren zijn vol en dik om de kerk stevigheid te geven. Deze bouwkunst vindt men terug tot in de kleinste
dorpen. Beeldhouwkunst en muurschilderingen ontwikkelen zich maar komen nog relatief weinig voor.Het dwarsschip wordt doorontwikkeld waardoor er steeds meer een kruisvorm ontstaat. De gebouwen zijn gedrongen en donker. De orde van Cluny bouwt in de elfde en twaalfde eeuw meer dan duizend abdijen
Hiernaast een voorbeeld van een Romaanse kathedraal, die van Saint Brieux .(zie foto links)
De Gotische bouwkunst
De economische, spirituele en technische vernieuwingen van de twaalfde en dertiende eeuw liggen ten grondslag aan de vernieuwingen in de architectuur. De Gotische stijl kent een veel
minder zware bouwstijl dan de Romaanse en kent veel meer lichtinval. Toch blijven de twee stijlen gedurende deze eeuwen naast elkaar voortbestaan.
Het principe van de Gotische bouw berust op het gebruik van gekruiste spitsbogen waardoor het gewicht op pilaren kon rusten in plaats van op de muren. Omdat de muren minder te dragen kregen konden ze lichter worden van constructie en dus dunner. Daardoor onstaan er grote en lichte koren en grote gebrandschilderde ramen met voorstellingen van het leven van Christus.
![]() |
![]() |
![]() |
Romaanse bouwstijl | Gotische bouwstijl | Gotische steunbogen |
De naam Gotiek In de Renaissance werd de Gotische kunst barbaars genoemd, omdat het niet voldeed aan de criteria voor schoonheid uit dat tijdperk. De Goten waren barbaren en vandaar dat dit de naam is die deze bouwkunst in de Renaissance heeft verworven. |
In deze tijd onstaan de grote pelgrimstochten naar Rome, Mont Saint Michel en Santiago de la Compostella.
Lodewijk VII de Jonge, een zwakke koning tegenover de machtige Plantagenets (1137 - 1180)
Hij wordt op achttienjarige leeftijd koning, na de dood van zijn vader Lodewijk VI in 1137. Die had het konkrijk aanzienlijk vooruit geholpen.
Hij werd door zijn tijdgenoten als intelligent gezien, maar was zwak in zijn besluitvorming en zeer devoot. Hij was in een klooster opgevoed en voorbestemd om geestelijke te worden toen zijn oudere broer en troonpretendent dodelijk verongelukte bij een val van zijn paard. Hij was dus meer opgeleid voor geleerde en monnik dan voor het koningschap.
Zijn huwelijk met Aliénor d'Aquitaine in 1137(door Lodewijk VI geregeld net voordat hij stierf) maakte van hem een rijke en machtige vorst. De vader van zijn echtgenote, William X, is de laatste hertog van Aquitaine en Gascogne en liet zijn dochter het hertogdom na. Dat huwelijk voegt dus 19 huidige departementen (tussen de Loire, de Pyreneeën en de Atlantische kust aan het koninkrijk toe .
De tweede kruistocht mislukt.
De Turken profiteren van interne twisten binnen het koninkrijk van Jeruzalen door het hertogdom Edesse te bezetten
Op het verzoek van Lodewijk VII en op aanraden van de heilige Bernard, kondigt paus Eugène III deze tweede kruistocht af. Deze kruistocht kan echter niet op evenveel enthousiasme rekenen als de eerste. In het gezelschap van zijn vrouw Aliénor d'Aquitaine gaat hij een bondgenootschap met de Duitse keizer Conrad III aan.
Na langs de Donau te zijn opgetrokken, verenigen de Duitse en Franse legermacht (totaal 50.000 man) zich bij Constantinopel (vroeger Byzantium, later Istanbul). De veldtocht loopt uit op een totaal fiasco. De redenen daarvoor zijn:
- De Franse en Duitse plannen waren niet goed gecoördineerd
- De Byzantijnen hinderden de christenen weer dan dat ze ze hielpen
- De onervarenheid van Lodewijk VII die zich steeds besluitelozer toonde.
Lees meer over de kruistochten
Na een pijnlijke nederlaag voor Damacus (de belegering duurt niet meer dan vier dagen), besluit Lodewijk VII terug te keren naar Frankrijk. Zijn prestige is enorm afgenomen maar dankzij het uitstekende werk van Suger weet het koninkrijk haar macht te behouden. Na het vertrek van de legermacht probeert prins Antioche Raymand van Poitiers met 400 ridders te paard en 1000 man voetvolk revanche te nemen. Alle soldaten vinden de dood en het hoofd van de prins wordt gemummificeerd aangeboden aan de kalief van Bagdad. |
Door de misluikking van deze tweede kruistocht ontstaat bij het volk het idee dat deze te wijten zou zijn aan de zonden van de machtigen (luxe, hoogmoed). Daaruit ontstaat het idee van een vreedzame kruistocht waaraan alleen arme kinderen deelnemen, alleen gewapend met de puurheid van hun jeugd en gebed. Helaas zal deze kruistocht van de armen in 1212 jammerlijk mislukken. |
De verstoting en het nieuwe huwelijk van Aliénor d'Aquitaine
De karakters van de ascetische Lodewijk VII (bijgenaamd de heilige monnik) en de sensuele Aliénor d'Aquitaine (de gekke koningin) zijn tegengesteld. De koningin zou aan een van haar familileden hebben toevertrouwd: " Ik heb soms de indruk met een monnik getrouwd te zijn."
Hun slechte verstandhouding komt tot uitdrukking tijdens de tweede kruistocht. Het overspelige gedrag van de koningin met haar oom Raymond van Poitiers maakt de koning belachelijk en intensiveert de onderlinge ruzie.
Met het voorwendsel dat er tussen de echtelieden een verwantschap in de vijfde graad bestaat, wordt het huwelijk op aanvraag van Lodewijk VII in 1152 door een concili van bisschoppen onmgeldig verklaard.
Deze scheiding zal aanzienlijke politieke gevolgen hebben. Behalve het verlies van haar erfenis, bestaande uit 19 huidige departementen, trouwt de ex koningin twee maanden later met de hertog van Anjou, Henri Plantagenêt, die twee jaar later onder de naam Henri II in 1154 koning van Engeland wordt.
De groeiende invloed van de Plantagenêt familie
Klik hier voor de stamboom van de Plantagenêts
Mathilde. erfdochter van Henri I van Engeland (zoon van Willem de Veroveraar), trouwt in 1128 met de hertog van Anjou Geoffroy Plantagenêt.
Hun zoon, Henri II, wordt in 1154 koning van Engeland nadat hij eerst is getrouwd met Aliénor d'Aquitaine. Hij beheerst al snel meer dan een derde deel van Frankrijk:
- Normandië: gebied dat de achterkleinzoon van Willem de Veroveraar (die hertog van Normandië was), Henri II, zal moeten veroveren om zich van het hertogdom meester te maken
- Anjou en Maine: uit de erfenis van zijn vader die hertog van deze gebieden was.
- Aquitaine: door het huwelijk met Aliénor d'Aquitaine in 1152.
- Bretagne: gebied dat door het huwelijk van een van zijn zonen met de erfgename van het heertogdom Bretagne aan het bezit wordt toegevoegd.
Conflicten tussen de koninkrijken Engeland en Frankrijk
Henri II regeert over een gebied dat zich uitstrekt van Schotland tot de Pyreneeën en dat Engeland, Anjou, Maine, Normandië, Aquitaine en Bretagne omvat. Het is logisch dat er een conflict uitbreekt tussen Henri II en Lodewijk VII omdat Henri II een vazal van Lodewijk VII blijft.
Maar ondanks het verschil in grondgebied tussen de twee staten en de onhandigheid van Lodewijk VII wendt de situatie zich niet ten voordele van de Engelsen :
- De despotische houding van Henri II levert Lodewijk VII bondgenoten op. Tussen hen zitten Bretonse en Aquitainse edelen die geen koning willen gehoorzamen die zijn feodale plichten
tegenover Lodewijk VII negeert. De laatste weet enkele vazallen van de koning van Engeland aan zich te binden door zich als hun bondgenoot op te stellen. Deze opstanden veroorzaken scheurtjes in het gebied van Anjou, - De kerk kiest voor de kant van Lodewijk VII, om zijn devotie en de lijnen die er tussen de kerk en de Capetingers bestaan. De moord in 1170 op Thomas Becket, de aartsbisschop van Canterburry, door volgelingen van Henri II, zetten het despotisme en de bruutheid van de koning van Engeland in de schijnwerpers, en wordt streng veroordeeld door de kerk,
- De zonen van Henri II verzetten zich tegen hun vader en eisen land. Lodewijk VII aarzelt niet om daar gebruik van te maken en stelt zich op als hun beschermheer door ze aan zijn hof uit te nodigen.
Aldus, na talrijke fouten te hebben gemaakt, slaagt Lodewijk VII er in zijn koninkrijk te beschermen door de Plantagenets in bedwang te houden. Er zijn wat ondergeschikte militaire confrontaties, maar vooral door een diplomatieke oorlog weet de paus in 1177 in Nonencourt een verzoening tussen beide vorsten te bewerkstelligen.
Desalnietemin zie we dat het conflict zich voortzet met de zoon van Lodewijk VII (Philipe Auguste) en die van Henri II (Richard Leeuwenhart en daarna Jan zonder land)... om in 1328 te resulteren in de honderdjarige oorlog.
Frankrijk ontwikkelt zich
Deze periode wordt gekenmerkt door talrijke ontwikkelingen:
- De landbouw wordt hervormd en wordt steeds productiever, onder andere dankzij het gebruik van karren met wielen, ijzeren ploegen en een ossenspannen
Gedurende lange tijd was het gebruik van ossenspannen voorbehouden aan de weinge rijken. Het was niet ongewoon dat een lijeigene zelf zijn eg trok (zie afbeelding hierboven). Ook karren werden door mensen getrokken.
Deze praktijk wordt steeds minder waargenomen omdat de nieuw ontgonnen weilanden de ontwikkeling van het fokken van dieren mogelijk maakten.
- De bevolking neemt sterk toe.
- Handel en industrie ontwikkelen zich.
- Er vindt een echte intellectuele wedergeboorte plaats. Een hoffelijke literatuur komt tot ontwikkeling onder andere in het Noorden van Frankrijk. Chrétien de Troyes, de grootste romanschrijver van de middeleeuwen (wiens verdere leven ons totaal onbekend is) begint "Het verhaal van de graal"
- Vanaf de twaalfde eeuw worden kastelen voortaan gebouwd met steen. Daarvoor werd hout gebruikt als bouwmateriaal.
![]() |
![]() |
Voorbeeld houten kasteel | Kasteel Gisors |
Filip II Augustus, een organisator en veroveraar (1180 - 1223)
Een moeilijke opvolging
In 1180 volgt Filip Augustus zijn vader Lodewijk VII op. Hij is slechts 15 jaar is is omgeven door prinsdommen die in theorie vazalstaten zijn, maar zich in de praktijk onafhankelijk gedragen.
De erfenis (groen omlijnd op de kaart) is kwetsbaar. In tegenstelling tot zijn vader gaat Filips Augustus zich op de eerste plaats concentreren op de bevestiging van zijn macht en het uitbreiden van zijn koninkrijk.
Een strijd om invloed
Omdat hij geen behoorlijk leger heeft besluit Filip Augustus om Engeland anders aan te pakken. Daarbij heeft hij slechts een mogelijkheid: gebruik maken van de twisten tussen de tyranieke koning Henri II en diens vier zonen, waaronder Richard Jeeuwenhart en John zonder Grond (de laatste heeft deze naam gekregen omdat hij nooit grondgebied heeft geërfd). Door een subtiel en gevaarlijk spel te spelen drijft hij eerst de koning en zijn zonen uiteen en speelt daarna de zonen onderling tegen elkaar uit. De dood eerst van twee zonen, gevolgd door het overlijden van Henri II beperken de mogelijkheden van dat spel. Richard Leeuwenhart wordt koning van Engeland. Nu probeert Filip Augustus Jan zonder Grond tegen zijn broer op te zetten.
De derde kruistocht mislukt en het conflict tussen Engeland en Frankrijk duurt voort.
Saladin is een gerenommeerd man. Hij slaagt er in 1169 in, om Egypte te onderwerpen en daarna in 1174 Syrië. Hij heeft daarbij als doel de positie van de muzulmannen in hun strijd tegen het westen te versterken.
De sultan Saladin, heerser over Egypte, heeft in 1187 Jeruzalem weer ingenomen. Omdat de christenen geen toegang meer hebben tot het heilige graf rest drie heersers uit het westen niets anders dan een kruistocht te beginnen. Koning Filips Augustus, Richard Leeuwenhart en de Duitse keizer Frederik Barberousse verzamelen in 1190 hun strijdmachten te Vézelay en trekken op kruistocht.
![]() |
![]() |
![]() |
Philipe Auguste | Richard Leeuwenhart | Frederik Barberousse |
Voordat hij op kruistocht gaat laat Filips Augustus ter verdediging van de stad een muur om Parijs bouwen. Hij is meer dan 5 km lang, 3 m dik en 9 m hoog.
Voor de eerste keer komen de legers van Frankrijk en Engeland over zee aan. De route over land is lang en gevaarlijk omdat ze door klein Azië loopt (nu Turkije). Het konkrijk Cyprus wordt ontwikkeld om de weg over zee open te houden. En als basis voor het bereiken van het heilige land.
De Duitse keizer, Frederik Barbrousse, verdrinkt tijdens de oversteek van de Donau en daarna valt zijn leger uiteen. De Fransen en de Engelsen zullen het dus samen moeten opknappen.
De slechte verstandhouding tussen de vorsten heeft al snel een slechte invloed op de expeditie. Alleen de stad Saint-Jean-d'Arc wordt in 1191 ingenomen na een beleg van twee jaar.
Filip Augustus gaat onder het voorwensel van ziekte in 1191 terug naar Frankrijk om zijn strijd om invloed in Engeland voort te zetten door gebruik te maken van de spanningen tussen Jan zonder Land en Richard Leeuwenhart, die in het heilige land is gebleven.
De laatste maakt zich ongerust over de situatie thuis en besluit veertien maanden later ook tereug te keren zonder er in geslaagd te zijn de heilige stad te veroveren. Hij onderhandelt met Saladin waarna het verdrag van Jaffa wordt gesloten.
- de verovering van de kruisvaarders worden erkend, hoewel het maar een klein stukje kustgebied betreft tussen Tyr en Jaffa,
- de christenen krijgen het recht om pelgrimstochten te maken naar de heilige plaatsen.
Hij raakt op zijn terugtocht, betrokken bij een schipbreuk en wordt door de Oostenrijkse keizer, die door de Franse koning is omgekocht, gevangen genomen. Filips Augustus is opgelucht door de afwezigheid van zijn rivaal en beriekt met Jan zonder Grond een akkoord over de terugkoop van Normandië en enkele andere gebieden.
Het verhaal van Robin Hood Het beroemde verhaal van Robin Hood in de bossen van Sherwood speelt zich af in de tijd van de tyrannieke Jan zonder land, die bij afwezigheid van zijn broer Richard Leeuwenhart, regeert. Hij neemt talrijke bezittingen in beslag. Dit verhaal onstaat in de zestiende eeuw en zal vele versies kenen, waaronder die dan de schrijvers Pyle en Walter Scott, en vervolgens de getekende versie van Walt Disney in 1973. |
Openlijke oorlog tussen Frankrijk en Engeland en de overwinning van de Beauvines
De situatie wordt er voor de Franse koning niet beter op als Aliénor er in slaagt haar zoon Richart Leeuwenhart na 14 maanden van oplsuiting, vrij te krijgen. Deze jaagt de Franse koning na enkele gewonnen veldslagen op. Maar zijn dood in 1199 (hij wordt getroffen door een projectiel van een stalen boog tijdens de belegering van het kasteel van Châlus in de Limousin, en sterft aan gangreen) en zijn opvolging door Jan zonder Grond verandert de situatie.
Richard Leeuwenhart (zie bijlage 7)
Zoon van Henri II en Aliénor van Aquitaine.
Hij staat al snel als zeer ambitieus bekend en is een uitmuntend ridder. Zijn grote moed levert hem al tijdens zijn leven de legende van het archetype van de koning-ridder op.
Filip Augustus profiteert van de situatie. Hij heeft de verloofde van een van zijn vazallen onrvoerd en vervolgens onder dwang getrouwd. Hij haalt Jan zonder Grond onder voorwendsel naar het hof en laat hem in 1202 veroordelen. Daardoor kan hij op legitieme wijze in het bezit komen van Anjou, Maine en Touraine en trekt vervolgens Normandië binnen.
Vooral de inname in 1204 van het kasteel Gaillard en nog enkele strategisch belangrijke punten langs de Seine die Filip Augustus in staat stellen Normandië in te nemen.
Jan zonder Grond rest in 1206 enkel nog Gascogne, maar toch geeft hij zich nog niet gewonnen. Omdat hij de ondergane beledingingen niet kan accepteren, gaat hij een bondgenootschap aan met de Duitse keizer Otto IV en met de hertogen van Vlaanderen en Boulogne (de laatsten verzetten zich al langer tegen de Franse koning). Hij denkt daarmee de Franse vorst in een dodelijke omsingeling te hebben en hoopt dat de legers elkaar bij Parijs zullen ontmoeten. De Franse koning roept zijn vazallen onder de wapenen.
L'ost Dit is een term waarmee in de middeleeuwen de dienstplicht wordt aangeduid van vazallen tegenover hun vorst. |
Hij roept twee legers in het leven.
- een geleid door zijn zoon, de toekomstige koning Louis VII; het verplettert de Engelsen op 2 juli 1214 bij La Roche aux Moines,
- een geleid door Filip Augustus, waarmee hij de oostelijke bondgenoten van Engeland tegemoet treedt.
- De tegenstanders vallen de Fransen op zondag 24 juli 1214 bij Bouvines aan. Zij ontheiligen hiermee de "vrede van God". De veldslag duurt slechts vijf uur en wordt als een van de grootste overwinningen in de annalen van de Franse geschiedenis bijgeschreven.
De volgende dag wordt een ware optocht georganiseerd om naar Parijs terug te keren.Dat was een tocht van 300 km. Alle kerkklokken luiden en de gevangengenomen hertog van Vlaanderen, Ferrand, wordt in triomftocht meegenomen en van alle kanten bespot.
Een behendige expansionistische politiek
De expansionistische politiek van Filip Augustus wordt ondersteund door:
- Een betere controle van de grote heren die tegen de koning rebelleren. Zijn politiek verzwakt ze, teneinde Franse gebieden terug te krijgen.
- Een behendige huwelijkspolitiek. Als weduwnaar van Isabelle de Hainaut, trouwt hij met Ingeborg, dochter van de koning van Denemarken. Hij verstoot haar om te kunnen trouwen met Agnes, dochter van de hertog van Méranie.
- Een oordeelkundige politiek die zijn vazallen er toe aanzet oorlog te voeren teneinde van de Engelse dominantie af te komen.
Hij versterkt door zijn overwinningen zijn autoriteit en macht en de eenheid van het land. Engeland bezit aan het eind van zijn regeerperiode alleen nog maar het hertogdom Guyenne in het zuidwesten.
Zijn handen waren zodanig geboeid door de verwikkelingen met Engeland dat hij niet direct betrokken was bij;
- de vierde kruistocht
- de vijfde kruistocht
- de strijd tegen de Catharen. Die ketterij bereikt haar hoogtepunt onder zijn regiem. De koning belast Simon de Montfort met de kruistocht tegen de Catharen.
Het diepblauwe domein is het deel dan de koning in 1180 bezit. Het lichtblauwe gebied wordt later verworven tot 1223. Het is vier keer zo groot als het originele gebeid. Het koninkrijk telt dan 18 tot 20 miljoen inwoners.
Filip Augustus zou zijn tweede voornaam gekregen hebben vanwege zijn vele veroveringen. Anderen beweren weer dat hij die heeft omdat hij in augustus geboren is. |
Een sterke en gecentraliseerde administratie
Tot in de twaalfde eeuw ontbrak er in Frankrijk een gedegen centrale administratie.
Tot dan toe was de administratie afhankelijk van opzichters; zij beschouwden hun ambt als een soort bolwerk en weigerden dikwijls dienstbaarheid aan de koning.
Bovendien maakte de sterke greep die de vazallen op de gebieden hadden het systeem erg ondoelmatig.
Filips Augustus vertrouwt daarom de administratie toe aan baljuws of drosten: zij worden door de koning benoemd, zijn van hem afhankelijk en worden gekozen uit de kleine edelen en de magistratuur. Het zijn werkelijk ambtenaren in dienst van de staat. Afkomstig van koninklijke colleges of universiteiten, kennen zij het Romeinse recht en weten hoe actes en oorkondes op te stellen. Zij droegen bij aan de opbouw van een centrale koninklijke macht door koninklijke decreten te verspreiden, waarbij zij de richtlijnen van de koning opvolgden en de vazallen controleerden.
Belastingen
Omdat zij de koninklijke macht ijverig dienden, konden de baljuws de koninklijke schatkist vullen; de lokale belastingen die de lokale heren toekwamen, weren steeds meer vervangen door koninklijke belastingen. De Joodse gemeenschappen en de geestelijkheid weden zwaar aangeslagen.Op deze wijze verkreeg de koning de middelen om zijn politiek van centralisatie en veroveringen uit te voeren.
Rechtspraak
Vanaf Filip Augustus wordt de justitiële macht overgedragen aan het hooggerechtshof (in het Frans Parlement). Maar de koning sluit hiervan wel die edelen uit, die te opstandig zijn. Hij geeft de voorkeur aan raagevers die uit de burgerij komen. Ondernemende en ambitieuze handelaren en ambtenaren. Ook de magistraten uit het parlement zijnagenten van de koninklijke macht. Het eerste hooggerechtshof wordt in Parijs gevestigd en deze wordt gevolgd door hooggerechtshoven in andere grote steden.
Filip Augustus heeft de eerste echte basis gelegd voor de staat doo het instellen van:
De vorsten en hun administrateurs vestigen hun konklijke autoriteit niet alleen in het koninklijk domein maar in het gehele koninkrijk. |
"Sergents d'armes", voorloopers van de gendarmes. Philippe Auguste is de grondlegger van de eerste militaire politie. Zij is in staat de beslissingen van de gerechtshoven uit te voeren. Voordat hij in 1190 naar het heilige land vertrok stelt hij het instituut "sergents d'armes" in, die gesteld zijn onder de bevelhebber van het leger. Deze laatsten steunen op "marechaux" (daarvan stamt de naam marechaussee), die hun taken weer delegeren aan "provoosten" die lokaal belast zijn met de controle op de militairen. |
Het begin van de instelling van archieven
De koning, die vaak op reis was, had de slechte gewoonte de belangrijkste documenten die hij nodig had, mee op reis te nemen. Maar in 1194 raakt Filips Augustus tijdens de oorlog tegen de Engelse koning zijn archieven kwijt. Door die slechte ervaring stelt hij een permamente plaats in voor het beheer van de koninklijke archieven. Zij worden eerst bewaard in het Louvre, vervolgens in de sacristie van de Sainte Chapelle sous Saint Louis" . Daar bevinden zich voortaan de koninklijke besluiten, de verdragen, eerbetonen, en de schuldbekentenissen, waarop de rechten van de koning over zijn koninkrijk zijn vastgelegd.
Eindconclusie over de regeerperiode van Filips Augustus Na zijn rijk vier tot vijf keer zo groot te hebben gemaakt, de instelling van een gecentraliseerde administratie, sterft Filips Augustus na een 43 jarige regeerperiode in 1223. Zijn koninkrijk is het verst ontwikkelde rijk van het westen, met de grootste eenheid en de grootste macht. Zijn sterke persoonlijkheid, de hoge achting die hij heeft voor koninklijke waardigheid, zijn vasthoudendheid en zijn geduld (een eigenschap die bij riddders niet vaak voorkomt) maken hem tot een van de grootste koningen uit de Franse geschiedenis. |
Frankrijk Vanaf 1190 wordt door de koninklijke kanselarij in plaats van de term "koning der Franken" de term "koning van Frankrijk" ingevoerd. Deze wordt in 1205 standaard en vanaf dat moment wordt gesproken over het Koninkrijk Frankrijk". |
Het Louvre, het kasteel van Filips Augustus Het middeleeuwse kasteel van het Louvre, dat op het eind van de twaalfde eeuw door koning Filips Augustus werd gebouwd, is de oorsprong van het huidige museum. Het bestond uit een ommuring met talrijke torens met in het midden een grote "donjon" (slottoren). Het gebouw moest zijn macht uitstralen en Parijs als hoofdstad (al eerder door Clovis gedaan) aanduiden. Bij de bouw van de pyramide bij het huidige museum, zijn bij opgravingen de resten van de oude middeleeuwse vesting teruggevonden. |
![]() |
Lees hier meer over het "Louvre"
![]() |
![]() |
Chanson de Roland Het "Chanson de Roland" uit 1065 is het eerst bekende episch heldendicht uit Frankrijk. Filips Augustus geeft er in het eind van de twaalfde eeuw meer bekendheid aan als tegenwicht voor de Engelse legende van Koning Arthur. Door zijn vijanden, de Plantagenets, werd de legende van Koning Arthur tegen hem gebruikt en deze legende werd in het hele westen erg beroemd. Het Chanson Roland wordt toegeschreven aan ene Turold en handelt over de oorlog van Karel de Grote in Spanje. De achterhoede van diens leger, onder leiding van de gouverneur van Bretagne, Roland, wordt op 15 augustus 778 bij verrassing overvallen op de Col de Ronceveaux in de Pyreneeën. Volgens de overleveringen worden de Fransen tot de laatste man afgeslacht. Kijk voor meer informatie op: La Chanson de Roland |
Lodewijk VIII (1223 - 1226), een kort koningsschap
De zoon van koning Filips Augustus, Lodewijk VIII, bestijgt in 1223 de troon. Hij trouwde kort ervoor met Blanche de Castille, kleindochter van Aliénor d'Aquitaine (dezse laatste was ook de ex van zijn gootvader Lodewijk VII). De huwelijksvoltrekking wordt bijgewoond door Filips Augustus en Jan zonder Grond. die hier een, provisorische, wapenstilstand sluiten.
Lodewijk VIII sterft bij terugkeer van een kruistocht tegen de Catharen. Ondanks zijn korte regeerperiode slaagt hij er in om de Poitou, de Limousin, de Perigord en een stuk van de Bordelais aan de Engelsen te ontfutselen.
Saint Louis (Heilige Lodewijk)(Lodewijk IX), de christenkoning (1226 - 1270)
Een doeltreffende regeerperiode
Koning Lodewijk IX, de latere Heilige Lodewijk, wordt op twaalfjarige leeftijd in 1226, bij de dood van zijn vader Lodewijk VIII, ingewijd als koning. Zijn moeder. Blanche de Castille, neemt het regentschap waar tot 1235. Zij doed dat op energieke wijze, waarbij zij vastbeslotenheid en een heel vrouwelijke diplomatie combineerde met als middelen het verpletteren, intimideren en verleide
n van haar tegenstanders.Zij breekt de pogingen tot opstand van belangrijke heren zoals Thibaud de Champagne. Tijdens deze periode speelt zich ook de zesde kruistocht af.
Een goed voorbereide koning :(zie links een schilderij van El Greco)
- Lodewijk IX is de eerste koning die zijn grootvader heeft gekend en diens raadgevingen heeft ontvangen,
- Blanche de Castille leidt haar zoon op voor de koninklijke functie.
Een energieke politiek en een doeltreffende administratie, waarvan de fundamenten door zijn grootvader zijn gelegd, het rrgentschap van zijn moeder en de verkregen opleiding maken Lodewijk IX tot een door zijn vazallen gerespecteerde koning. Hij werd door de Engelsen gevreesd. Hij had een morele autoriteit die nog niet eerder was vertoond.
Een godsdienstige koning die aan twee kruistochten deelneemt :
Louis IX wordt als zeer vroom gezien : hij woonde elke ochtend drie missen bij, zei ontelbare gebeden op, knielde vijftig maal vordat hij naar bed ging en legde zich zelf harde straffen op.
Hij organiseerde ook twee kruistochten waarmee hij het respect en de achting van de paus verwierf.
De zevende kruistocht loopt op een fiasco uit 1248 - 1250.
In 1248 wordt het heilige land weer door de ongelovigen ingenomen. De sultan van Egypte heeft Jeruzalem, dat bij het verdrag van Jaffa aan de westerlingen was toegewezen, weer ingenomen. Daarbij werd het Franse leger afgeslacht. De koning besluit daarom de Saracenen in het hart van hun macht, Egypte, aan te pakken en de sultan zo te dwingen Jeruzalem weer terug te geven.
Tijdens de kruistocht treedt zijn moeder, Blanche de Castille wederom als regentes op. Lodewijk IX wordt gevangengenomen en tegen een hoog losgeld weer vrijgelatenen maar blijft in het totaal zes jaar, tot de dood van zijn moeder, in Egypte en het heilige land. Kijk hier voor meer informatie over de zevende kruistocht
De dood van Blanche de Castille, de regentes, dwingt Lodewijk IX om weer naar Frankrijk terug te keren.
Aigues Mortes, Koninklijke haven
Tijdems het begin van zijn regeerperiode wil Lodewijk IX een haven aan de Middellandse Zee bouwen. Het gebrek er aan is een ernstige tekortkoming van het koninkrijk. Daarom laat hij de
haven van Aigues Mortes bouwen
Photo JFM - Zuidwestelijke kant : Links de Tour des Bourguignons en rechts de Tour de la Poudrière op de hoek en de Porte de la Reine.
Koppigheid tijdens de achtste en laatste kruistocht : (afgekondigd door paus Urbanus) 1270
De weerstand tegen denieuwe kruistocht is groot in Frankrijk. Lodewijk IX heeft drie jaar nodig om zijn vazallen, die niet zo fanatiek godsdienstig zijn, van de noodzaak ervan te overtuigen. Hij wil de Sultan van Tunis bekeren en aan zijn zijde krijgen. De tocht mislukt soor een slechte bevoorrading en het uitbreken van de pest en dysenterie. Lodewijk IX overlijdt er aan op 25 augustus 1270. Er worden nadien nog twee kruistochten afgekondigd, maar deze gaan door een gebrek aan enthousiasme niet door.
Godsdienstige intolerantie: de kruistocht tegen de Catharen
Onder Philippe Auguste wordt in 1209 de strijd tegen de Catharen ingezet. Lodewijk VIII leidt de tweede kruistocht (1226). Maar onder het bewind van Lodewijk IX wordt:
- in 1233 de inquisitie ingesteld. Hij wordt geleid door de Dominicanen die hiervoor onder pauselijk gezag zijn geplaatst,
- in 1244 wordt de laatste schuilplaats van de Catharen,Montségur, ingenomen door het leger van de koning en worden 200 Catharen op de brandstapel gebracht.
DeHeilige Lodewijk beschermt de jagers tegen heksen en legt Joden een extra belasting op. De vroomheid van Lodewijk IX is onverenigbaar met tolerantie, iets wat in die tijd eigenlijk onbekend was. |
Een liefdadige koning
Hij had de reputatie dat hij bepaalde keelziektes kon genezen en dat hij liefdadig was tegenover de armen. Hij besteede veel tijd en toewijding aan het lijden van de armen en de zieken, waaronder de leprozen. Hij sticht hospitalen, waaronder die van de Quinze-Vingt in Parijs, dat in het begin was bestemd om 300 blinden te herbergen.
Een wetgevende en rechtshandhavende koning
|
|
- Hij richt in 1254 een hoogerechtshof op in Parijs dat een bron van rechtspraak en politke raadgevingen wordt. Hij zet daarmee het door zijn grootvader ingezette werk voort. Hij aarzelt niet om rechtvaardige justitiële hervormingen in te voeren zoals het zoeken van getuigen en het houden van hoorzittingen in plaats van de oordelen uit naam van God.
- Om het koninklijke poltieke en administratieve programma uit te voeren stelt hij een korps van specialisten in die zijn oggeleid aan universiteiten. Zj bewaken de uitvoering van de diverse maatregelen. Zij worden de provincie ingestuurd om de goede gang van de administratieve zaken te waarborgen en de baljuws en drosten te controleren.
Links : Saint Louis vertrout zijn verordeningen toe aan een baljuw.
- Hij gebruikt zijn wetgevende macht door verordeningen uit te vaardigen waarbij prostitutie, duels onder edelen en kansspelen werden verboden.
- Hij stelt eigen munten in en beperkt het gebruik van lokale muntsoorten die edelen in hun gebieden uitgaven. Dit bevestigde nogmaals de koninklijke autoriteit.
|
|
- Hij richt in 1254 een hoogerechtshof op in Parijs dat een bron van rechtspraak en politke raadgevingen wordt. Hij zet daarmee het door zijn grootvader ingezette werk voort. Hij aarzelt niet om rechtvaardige justitiële hervormingen in te voeren zoals het zoeken van getuigen en het houden van hoorzittingen in plaats van de oordelen uit naam van God.
- Om het koninklijke poltieke en administratieve programma uit te voeren stelt hij een korps van specialisten in die zijn oggeleid aan universiteiten. Zj bewaken de uitvoering van de diverse maatregelen. Zij worden de provincie ingestuurd om de goede gang van de administratieve zaken te waarborgen en de baljuws en drosten te controleren.
De kroniekschrijver Joinville heefgt een geflatteerde beschrijving van deHheilige Lodewijk geschreven die in de geschiedenis bewaard is gebleven: die van een koning met een Vanaf de dertiende eeuw draagt de koninklijke kroon, die men hier ziet afgebeeld, acht lisbloemen, symbool voor puurheid. |
Lodewijk IX wordt de heilige Lodewijk : een tot heilige verklaarde koning
Paus Bonifacius VIII verklaart Lodewijk IX in 1297 (27 jaar na zijn dood) tot heilige. Daarmee wordt Lodewijk IX voor het nageslacht, de Heilige Lodewijk/
La Sainte Chapelle
De Sainte Chapelle is een juweel van Gothische bouwkunst en is bestemd om de doornenkroon van Christus te herbergen. De kerkramen zijn voor 2/3 authentiek. Zij vormen het meest complete glasinlood kunstwerk uit die tijd.. |
Het midden van de dertiende eeuw is een periode met economische welvaart en ziet de honger en de armoede afnemen. Ook worden de steden verder ontwikkeld.
Filips III de Stoute : 1270 - 1285
Filips III gaat gebukt onder het prestige van zijn vader en onder het jul van dominantie van zijn echtgenoe Marie de Brabant. Ook kan hij zich niet ontdoen van de druk op hem uitgeoefend
door zijn oom Charls d'Anjou. Hij wordt een zwakke koning.
Zijn grootste wapenfeiten zijn :
- de consolidatie van het door zijn vader ingestelde administratieve systeem,
- de toevoeging aan het koninkrijk van het hertogdom van Toulouse in 1271,
- de oorlogsverklaring aan Peter III van Aragon, die door de paus was geëxcommuniceerd. hij gaf Aragon aan zijn derde zoon, Charles de Valoisla .
Filips III trouwde op 28 mei 1262 te Clermont met Isabella van Aragón, de dochter van Jacobus I van Aragón. Het koppel kreeg de volgende kinderen:
- Lodewijk (1266 - mei 1276)
- Filips (1268 - 29 november 1314)
- Karel van Valois (12 maart 1270 - 16 december 1325), stamvader van de latere koningen van Frankrijk uit het huis Valois
Na de dood van Isabella hertrouwde Filips III op 21 augustus 1274 te Vincennes met Maria van Brabant (1254-1321), dochter van Hendrik III van Brabant. Het koppel kreeg de volgende kinderen:
- Lodewijk van Évreux (mei 1276 - 19 mei 1319), stamvader van de koningen van Navarra van 1328 tot 1441
- Blanche (1278 - 19 maart 1305), gehuwd met hertog Rudolf III van Oostenrijk, later ook koning van Bohemen
- Margaretha (1279 - 14 februari 1318), gehuwd met koning Eduard I van Engeland.
Op 25-jarige leeftijd besteeg hij de troon. Hij was echter besluiteloos en volgde de beslissingen van anderen. Eerst van Pierre de la Broce en later van Karel van Anjou.
In 1285, het laatste jaar van zijn koningschap, trachtte Filips zonder succes het koninkrijk Aragón te annexeren. In de nasleep van deze strijd stierf Filips III op 5 oktober bij Perpignan in Roussillon, het hedendaagse departement Pyrénées-Orientales. Hij is samen met zijn eerste vrouw Isabella begraven in de Saint-Denis-basiliek. Filips IV van Frankrijk, de zoon van Filips III, volgde hem op als koning van Frankrijk.
Filips de Stoute overlijdt aan een ziekte in 1285 te Perpignan.
Tijdens zijn regeringsperiode maakt Marco Polo zijn reis naar China.
Filips IV de Schone, de koning organisator 1285 - 1314
Filips IV de Schone, zoon en opvolger van Filips III de Stoute, wordt in 1285 op zeventienjarige leeftijd tot koning gekozen.
Zijn regerrpriode wprdt gekenmerkt door:
- een groei van de koninklijke autoriteit,
- een bevrijding van het pauselijk gezag,
- een verdere ontwikkeling van de administratie,
- een uitbreiding van het domein onder koninklijk gezag.
Het koninkrijk ontwikkelt zich tot een steeds beter geadministreerde en meer gecentraliseerde monarchie.
De koning omgeeft zich met raadgevers die een beslissende rol in zijn politiek spelen; zijn rechtsgeleerden (verschenen al onder Filips Augustus), worden opgeleid in het Romeinse recht en trachten de feodale monarchie (waarvan de macht wordt beperkt door die van de vazallen) om te vormen tot een absolute monarchie. De Heilige Lodewijk heeft die centralisatie al in gang gezet.
De koning wordt omringd door zijn raadgevers: rechts zijn dochter Isabelle die met de koning van Engeland, Edward II, zal trouwen, en aan beide zijden zijn rechtsgleerden die uit de kleine edelen voortkomen, vervolgens de burgerij en de edelen die hun titel vanwege hun functie ontvingen.
De Koning heeft voor zijn militaire operaties behoefte aan veel geld. Toen hij besloot ook belasting te heffen op kerkelijke goederen kwam hij in conflict met Paus Bonifatius VIII. Dit pikte de koning niet en verbood de kerk in Frankrijk nog tienden over te maken aan de Paus.
Aan de vete leek een einde te komen met de heilig verklaring van zijn grootvader Lodewijk IX. Maar toen de paus zonder de koning om toestemming te vragen de bisschop van Pamiers benoemde liet de koning deze arresteren. Filips werd door de paus in de ban gedaan. Op zijn beurt gijzelde Filips de paus in zij eigen paleis. Toen na het overlijden van Paus Bonifatius Paus Benedictus XI de kerk ging leiden maakte deze de ban ongedaan. Deze paus overleed echter snel en diens opvolger, Clemens V, werd door middel van allerlei intriges van Filips tot de nieuwe paus benoemd. Filips haalde Clemens V over residentie te houden in Avignon.
.
Filips de Schone had steeds geld nodig voor zijn oorlogen : behalve het heffen van belastingen op de kerk verdreef hij de Lombarden en de Joden en nam hun bezittingen in beslag.
Doen deze operaties niet voldoende geld opleverden viel hij de Tempeliers aan :
- hij liet op zijn bevel op de vrjdagochtend van 13 oktober 1307 in het aboluutste geheim, door de geheime politie onder leiding van Guillaume de Nogaret, alle tempeleirs arresteren,
- hij nam al hun bezttingen, die hij al langer op het oog had, in beslag,
- hij laat de paus de orde van de tempeliers in 1312 opheffen,
- na een vervalst proces waarbij te temepeliers onder folteringen werden ondervraagd door koninklijke commissarissen, laat hij in 131450 tempeliers verbranden waaronder de Grand Maître Jacques de Molay.
Het voorwensel is ketterij en immoreel gedrag: in feite was hij gewoon uit op hun aanzienlijke rijkdommen en vreesde hij de oprichting van een pauselijke militie.
Meer weten over de Orde der Tempeliers
Tot de belangrijkste raadgevers van de koning behoorden Guillaume de Nogaret et Enguerrand de Marigny.
Guillaume de Nogaret
|
|
|
Een rechtskundige afkomstig uit de Languedoc. Hij is professor iin het Romeinse recht aan de universiteit van Montpellier, voordat hij in 1292 in dienst komt bij Philppe de Schone. Hij wordt raadgever van de koning in 1295 en bewaarder van het koninklijke zegel in 1307. Hij geeft leiding aan de koninklijke politiek vanaf het begin van de veertiende eeuw. Zijn belangrijkste politieke verdiensten liggen in de verdediging, zo niet de uitbreiding van de konniklijke rechten binnen zijn koninkrijk. Daarom wordt hij als rechtsgeleerde van de koning beschreven als behept met een onverzettelijkheid en doeltreffendheid die niet echt bijdroegen aan zijn populariteit. |
De administratie van het koninkrijk, die vroeger tot het hof van de koning beperkt bleef, valt onder te verdelen in drie secties :
Deze handelingen werden niet geleid door een wens naar persoonlijk gewin, maar door de ambitieuze koninklijke politiek, maar hebben Filips de Schone in zijn tijd toch onpopulair gemaakt. Filips de Schone heeft ten slotte een vergadering ingesteld, gevormd uit drie klassen: kerkelijkheid, edelen en burgerij. Deze vergaderingen, voorgangers van de "generale staten" (états généraux) werden belegd bij ernstige omstandighedenen hadden een een aan de koning ondergeschikte macht. Dekoning en zijn raadgevers verwachtten een bijval voor de voorgestelde zaken, en aldus een morele ondersteuning van de belangrijke personen in het koninkrijk. |
|
Onder de regering van Filips de Schone verwijdert Frankrijk zich van de oude feodale tradities en voorziet ze zich van een moderne administratie.
Toch vormen deze veranderingen de grondslag voor rebellie:
- de grote heren worden door de centralisatie sterk beknot in hun macht en zijn daar niet blij mee,,
- nieuwe belastingen zijn niet populair bij de burgerij,
- de boeren, aangeslagen door diverse belastingheffingen, komen in opstand. De "jackeries", zo worden de opstandige boerenbewegingen genoemd, zetten het platteland in vuur en vlam.
Filips IV kwam enkele weken na een zware val van zijn paard op negenentwintig november 1314 in het kasteel van Fontainebleau te overlijden. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de basiliek van Saint-Denis terwijl zijn hart en ingewanden in afzonderlijke urnen werden ondergebracht in de Dominicanenpriorij van Poissy.
In 1328 hield het Capetingische vorstenhuis op te bestaan toen geen van de drie zonen van Filips IV nog levende mannelijke nakomelingen had. De troon ging hierna over op Filips VI van het Huis Valois.
Einde van de directe lijn van de Capetingers.
De opvolgers van Filps IV de Schone
Koning Filips de Schone heeft vier zonen die allen de volwassen leeftijd halen :
- Lodewijk X, de oudste, heeft een moeilijke loopbaan gekend en had een moeilijk karakter, wat hem de bijnaam "Hutin", opleverde. Hij zou trouwen met Marguerite van Bourgogne, dochter van Robert van Bourgogne en Agnes, wat een dochter van de Heilige Lodewijk was. Deze jonge vrouw was trots en rebels, en hield van het leven.
- Philippe V de lange, een intelligente prins, die zou trouwen met Jeqanne d'Artois, dochter van Othon IV van Bourgogne en van Mahaut d'Artois.
- Karel IV de Schone een een meer teruggetrokken karakte. Hij zou met Blanche, de zus van Jeanne d'Artois trouwen. Zij was veel frivoler dan haar zus en werd gemakkelijk door haar schoonzus Marguerite beïnvloed.
Deze jonge vrouwen gaven een vrolijkheid aan het hof die zeer gewaardeerd werd maar die in tegenstelling was met de strengheid van de koning en zijn omgeving.
|
|
De zaak van de toren van Nesles
Het drama laait op in de lente van 1314. Koning Filips de Schone is 46, voelt zich afgewezen en ziet de toekomst van het koningschap somber in.
De overspelige prinsessen :
De dochter van Filips de Schone, Isabelle, koningin van Engeland, wijst de koning er op dat zij twee ridders heeft gezien, de gebroeders van Aunay, die de beurzen droegen die zij aan haar schoonzusters had gegeven. Zij bevestigt dat de gebroeders hun tijd met de prinsessen doorbrengen.
![]() Plaat die de plaats van de toren van Nesles op de Quai Conti aangeeft |
De koning beslist een onderzoek in te stellen naar de echtgenotes van zijn drie zonen, Marguerite van Navarre en Jeanne en Blanche van Bourgogne, de twee zussen die met Filips en Karel zijn getrouwd. Zij worden al snel schuldig bevonden aan overspel. Het bleek dat zij de gewoonte hadden zich aan hun zonde over te geven in de toren van Nesles, aan de oever van de Seine Het schandaal verwondt het hart van de diepgelovige koning, die volgens de getuigenissen van zijn tijdgenoten, na de dood van vrouw Jeanne de Navarre 9 jaar daaarvoor, kuis is gebleven. Navarre, dat in Atlantische Pyreneeën lag, wordt in 1284 van Frankrijk afgenomen. |
Het lot van de prinsessen :
De drie prinsessen worden in april veroordeeld en de straffen zijn als volgt :
- Marguerite, 24 jaar, wordt veroordeeld tot het, gekleed in een vormeloze jurk, kaalscheren van haar hoofd en wordt gevangen gezet in het kasteel Gaillard: Zij krijgt een cel boven in de donjon,waar de winden vrij toegang toe hebben, en sterft kort erna.
- Blanche, 18 jaar, ondergaat hetzelfde lot als Marguerite, maar wordt wat beter behandeld in de gevangenis onder de grond. Zij wordt vervolgens overgebracht naar Gavray in Normandië en verkrijgt toestemming om non te worden. Zij steft in 1326, in de abdij van Maubuisson.
- Jeanne, 20 jaar, wordt minder schuldig bevonden omdat het haar moeilijk was haar zus en schoonzus te weerstaan. Zij wordt in Dourdan opgeloten.
De toren van Nesles Deze overspel affaire wordt dikwijls ten onrechte het schandaal van de toren van Nesles genoemd. Er heeft zeker een hotel Nesles bestaan. het is in 1319 aangeboden aan Jeanne, door Filips V de Lange, maar was niet de plaats van de gebeurtenissen. Jeanne verbllef er alleen naar de dood van haar echtgenoot. |
|
Het lot van de geliefden :
De boers Aunay worden onmiddellijk aangehouden en ondervraagd. Zij bekennen zonder dralen en worden daarna wegens majesteitsschennis veroordeeld. Hun straf is verschrikkelijk; zij worden levend in stukken gesneden, hun genitaliën worden afgesneden en naar de honden gegooid en zij worden daarna onthoofd. Hun lichamen worden meegeslpeept en vervolgens aan galgen opgehangen. Enkele van hun knechten, die beschuldigd worden van medeplichtigheid worden eveneens ter dood gebracht..
Naast de belediging van de koninklijke familie, raakt deze misdaad het hart van de koninklijke instituu. erger nog het raakte de koninklijke moraal. Men ging er door twijfelen aan de dymastie van de Capetinges.
De poltieke implicaties waren zo ernstig dat de straf een uitzonderlijk voorbeeld moest stellen. |
De vervloekte koningen Deze drama's hebben Maurice Druan aanleiding geschreven tot het schrijven van een roman: :"Les Rois Maudits" (de vervoekte koningen)Cet enchaînement de drames à la cour royale a fait l'objet d'une célèbre traduction romanesque par Maurice Druon, sous le titre "Les Rois Maudits In het Frans:
De schrijver zei naar aanleiding van deze roman "dschipper nooit met de historische waarheid, maar neem brutaal deel in de hypothese". |
De affaire van de Toren van Nesle is in de loop der jaren een heftige legende geworden; een mythe die wordt versteerkt door het lot van de drie heldsinnen
De laatste directe Capetingers
- Lodewijk X le Hutin (woelzieke)volgt Philippe de Schone na zijn dood in 1314 op. Dat is juist na de affaire van de toren van Nesles. Hij had al een dochter bij Marguerite van Bourgogne, Jeanne, toekomstig koningin van Navarre en moeder van Karel de Slechte. De vroege dood van Marguerite in haar gevangenis (waarchijnlijk een executie) stelt Lodewijk X in staat te hetrouwen met Clémence van Hongarije.Hij mist gootheid in de uitoefening van de macht en slaagt er niet in een halt toe te roepen aan de herneiuwde eisen van de machtige feodale heren, die door de absolute monarchie die door Philippe de Schone is ingesteld, zijn gefrustreerd. Hij geeft toe hersteld weer de "goede gewoontes" van de heilige Lodewijk, zoals zijn oom Charles de Valois, hem had gevraagd. Hiij dankt zijn bijnaam aan zijn slechte karakter; "hutin" betekent ruziemaker.
Hij krijgt slechts een kind, dat na zijn dood wordt geboren, Jean I, die maar 5 dagen zouo leven, de korse regeerperiode ooit in Frankrijk.
De veroordeling van 'Enguerrand de Marigny : Hij was een van de trouwste financiële medewerkers van Philippe de Schone, maar als gevolg van de verhoging van de prijzen, komen de edelen in verzet. Lodewijk X kiest voor onderhandelingen en schuift de veranwoordelijkheid af op Enguerrand de Marigny : hij wordt veroordeeld zonder het recht om te spreken, zodat hij zich niet kan verdedigen en wordt in een moeite door opgehangen aan de galg in 1315 in Parijs. (Charles le Valois wenst zeker niet dat zijn schuld wordt bekendgemaakt.Dieven halen zijn lichaam van de galg om het te beroven, maar hij wordt opnieuw opgehangen en blijft, conform de gewoonte, twee jaar als voorbeeld hangen. Na de dood van Lodewijk X wordt hij gerehabiliteerd en wordt hij op waardige wijze begraven. In 1475 richt koning Lodewijk XI zelfs een mausoleum op boven zijn graf, die tijdens de revolutie zal worden geschonden. |
![]() |
- Filips V de Lange volgt zijn broer Lodewijk X le Hutin in 1316 op. Hij moet daarbij eerst Charles de Valois op zij schuiven die zich zelf tot regent heeft uitgeroepen. Hij ziet er geen kwaad in om gebruik te maken van de overspel affaire om zo zijn nicht Jeanne de opvolging onmogelijk te maken. Hij rechtvaardigt zich met een faute interpretatie van een Salische wet die het verbiedt dat vrouwen de kroon van Frankrijk kunnen verwerven. Hij is energiek en organiseert vergaderingen van de staten generaal met als doel de vrede in het koninkrijk te bewerkstelligen. Jeannne d'Artois, zijn gerehabiliteerde echtgenote geeft hem slechts drie dochters en geen zoon. In augustus 1321 krijgt hij de koorts en sterft vijf maanden later.
- Karel IV de schone beklimt de troon op zijn beurt in 1322. Hij is gehecht aan Blanche, ondanks de aanklachten, en heeft grote moeite met haar onwaardigheid. De twee echtgenoten zijn het eens over de politiek noodzaak om het huwelijk te ontbinden. Karel herinnert er aan dat de moeder van zijn echtgenote, Mahaut d'Artois, zijn petemoei (meter) en zelfs zijn spitituele moeder was en Blanche dus in zeker opzicht zijn "zuster". Die familieverwantschap was een kerkelijk motief om het huwelijk nietig te verklare en hij kan hertrouwen met Marie de Luxembourg.
- Maar deze tweede echtgenote sterft ontijdig tijdens een zwangerschap en Karel trouwt Jeanne d'Evreux, zijn nicht. Zij baart hem een dochter die vroeg overlijdt, en na zijn dood in 1328, nog een dochter. Zijn middelmatige personaliteit levert hem de naam op: "de koning die lang regeerde zonder iets te doen".
Deze verwikkelingen waren de huwelijkse lotbestemmingen van de laatste directe vertegenwoordigers van de Capetingers. Als Marguerite de Bourgogne niet zo zwaar de fout was ingegaan, had zij Lodewijk X een zoon kunnen geven om zo de continuïteit van de monarchie te waarborgen.
Deze gebeurtenissen stellen Charles de Valois , oom van de koningen, in staat om zich te mengen in de koninkrijkszaken en om belangrijke vazallen zekere voorrechten teerug te geven die zij onsder Philippe de Schone waren kwijtgeraakt.
Het einde van de directe Capetingers; een ernstige opvolgingscrisis
Als karel IV in 1328 zonder nakomelingen sterft zijn er drie gegadigden die elkaar de opvolging betwisten:
- Filips hertog van Evreux, koning van Navarre : kleinzoon van Philippe III et neef van Philippe de Schonel.
Hij is met zijn nicht Jeanne de Navarre (dochter van koning Lodewijk X) getrouwd: hij eist de kroon op in naam van de rechten van zijn vrouw die men destijds uit naam van de Salische wet uit de opvolging heeft verwijderd.Maar die wet was goedgekeurd op opvolgingswet in Frankrijk en er kan voor Filips geen uitzonderring worden gemaakt. - Edward III,koning van Engeland : zoon van Edward II en Isabelle van Frankrijk, dochter van Philippe de Schone.
Na de dood van Karel IV is hij de dichtbijstaande mannelijke erfgenaam voor de kroon van Frankrijk en dus degeen met de meeste geldige rechten.Maar het franse patriottisme weigert een engelse koning, hoewel:- de engelse adel de Franse taal en de franse cultuur bezit,
- hij afstamt van de Normandiërs met Willem de Veroveraar en afstamt uit Anjou door de Plantagenêts
- Filips, hertog van Valois : kleinzoon van Filips III, zoon van de hertog Charles de Valois en neef van Philippe de Schone.
Het werk van zijn vader voortzettend is hij de leidende figuur van de grote feodale heren in Frankrijk.
(in groen de troonspretendenten en in blauw de laatste Capetingse koningen)
De capetingers van Valois De delen van het koninkrijk schenken de troon aan de jongste van de lijn der Valois; de neef van Philippe de Schone die koning zal worden onder de naam Philippe VI de Valois Zo ontstaat de tak van de Capetingers der Valois die tot 1589 zullen regeren. Dan sterft Henri III, die zal worden opgevolgd door de Bourbons met Henri IV. De Bourbons blijven aan de macht tot de Franswe revolutie en de onthoofding van Lodewijk XVI. |
Koning Edward III accepteert dit niet en zo ligt dit conflict aan de oorsprong van de honderdjarige oorlog!